Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

De brief van barnabas

betekenis & definitie

werd in de Oudheid eenstemmig aan Barnabas (Hand. 4, 9, 11, 12, 13-15, Gal. 2., I Cor. 9, Col. 4) toegeschreven en door Tischendorf in 1859 als deel van het N.T. in volledige Griekse tekst teruggevonden in de Codex Sinaïticus. Tevoren kende men slechts hoofdstuk 1-5 in een oude Latijnse vertaling.

De toeschrijving aan Barnabas werd verworpen door Eusebius (Kerkgesch. III, 25 : 4, VI, 13 : 6) en Hieronymus (De vir. Ul. VI). Voor hun mening pleit nl. de allegorische schriftuitlegging, de vijandschap tegen het Jodendom en (blijkens hfdst. 16) de datering né de val van Jeruzalem. Wellicht stamt hij uit de kring der Gatechetenschool te Alexandrië.

De hfdst. i—17 zijn van dogmatische inhoud, hfdst. 18-21 behandelen de Christelijke zedelijkheid in de trant van de Leer der XII Apostelen (Didache). Het verband tussen deze geschriften is nog niet opgehelderd.Lit.: Ph. Häuser, Der B. Brief neu untersucht und erklärt (Paderborn 1912); J. Muilenburg, The literary relations of the Epistle of B. and the Teaching of the Twelve Apostles (Marburg 1929)

< >