Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Adrianus rudolphus van den bent

betekenis & definitie

Nederlands generaal-majoor (1883); werd benoemd tot adjudant in buitengewone dienst van H.M. de koningin op 7 Juli 1936 en tot commandant van het 4de legerkorps, tevens bevelhebber in de 4de militaire afdeling op 1 Juli 1938. Hij voerde als zodanig tijdens de mobilisatie en Wereldoorlog II in 1939-1940 in de Grebbelinie het bevel over het frontgedeelte begrensd door de kunstweg ZeistWoudenberg-Ede en het IJselmeer.

Na de terugtocht van het Nederlandse veldleger in de nacht van 13 op 14 Mei 1940 bezette het 4de legerkorps onder zijn bevel de groepen Naarden, Nieuwersluis en het noordelijk deel van de groep Utrecht.Na de capitulatie op 14 Mei werd generaal Van den Bent op 15 Juni 1940 in krijgsgevangenschap gevoerd, daar hij zijn erewoord niet aan de Duitsers wilde geven. Na de Duitse capitulatie in het vaderland teruggekeerd was hij aanvankelijk werkzaam in de Commissie zuivering beroepsofficieren, i Oct. 1945 werd hem een eervol ontslag uit de militaire dienst verleend met recht op pensioen. Bij K.B. van 4 Jan. 1946 werd hij benoemd tot kanselier der Nederlandse Orden, uit welke functie hem i Dec. 1946 op verzoek eervol ontslag werd verleend onder dankbetuiging voor de door hem in deze functie verleende diensten. Generaal Van den Bent, die reeds drager was van het ridderkruis van de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden en begiftigd was met het grootkruis in de Orde van Leopold II, is bij K.B. van 11 Dec. 1946 no 24 benoemd tot grootofficier in de Orde van OranjeNassau.

< >