Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Ada

betekenis & definitie

gravin van Holland, dochter van Dirk VII en Aleydis van Kleef, volgde haar vader in 1203 als gravin van Holland op. Om haar gezag tegenover haar oom Willem I — toen graaf van Friesland — te versterken, zette haar moeder met spoed te Dordrecht het huwelijk van Ada met Lodewijk, graaf van Loon, door.

De opvolging werd niettemin door haar oom betwist en in 1203 dolven zij en Lodewijk het onderspit. Ada werd in de burcht te Leiden gevangen genomen, naar Texel gevoerd en van daar naar Engeland overgebracht. In 1204 keerden de kansen aanvankelijk ten gunste van Ada, dank zij de steun van haar bondgenoten, den bisschop van Utrecht, den hertog van Limburg, de graven van Berg en Are en den ruwaard van Vlaanderen (Philips van Namen). In hetzelfde jaar heroverde Willem echter het graafschap opnieuw. Lodewijk van Loon kon slechts met moeite uit Holland ontkomen. De bisschop en de ruwaard van Vlaanderen sloten nu in 1204 en 1205 vrede met Willem I. Moeilijkheden over de uitvoering van het verdrag met Philips van Namen brachten een nieuwe wending; in het vredesverdrag dat Willem thans te Brugge moest sluiten (14 Oct. 1206), erkende hij Lodewijk van Loon als graaf van Holland en verplichtte hij zich mede te werken aan diens huldiging als zodanig (Dordrecht, Vlaardingen, Leiden en Haarlem). In 1207 trok Lodewijk naar Engeland, waar hij vazal van koning Jan zonder Land werd en van waar hij Ada naar het vasteland terugbracht.Toch wisten Ada en Lodewijk in de volgende jaren in Holland geen vaste voet te krijgen tegenover Willem I. In de strijd tussen de twee grote Westeuropese coalities, die tot de slag bij Bouvines (1214) voerde, werd Holland wel betrokken, maar zonder dat dit Ada en Lodewijk baatte. Hun aanspraken zijn echter niet geheel opgegeven. In 1216 drong Jan zonder Land, na de overgang van Willem I tot de partij van den Fransen koning en keizer Frederik II, er bij den paus en keizer Otto IV op aan, Lodewijk in zijn graafschap Holland te herstellen. De paus heeft daarop in 1217 het Brugse verdrag van 1206 bevestigd en het graafschap aan Lodewijk toegewezen. Tot een nieuwe actie van Lodewijk in Holland schijnt dit echter niet te hebben gevoerd. Hij is in 1216 ten kruistocht gevaren en in 1218 overleden. Ada heeft hem waarschijnlijk tot 1223 overleefd.

DR P. A. MEILINK

Lit.: O. Oppermann, Untersuchungen zur nordniederl. Geschichte des io. bis 13. Jahrh., dl II, blz. 44 (Utrecht 1921).

< >