zijn in- en uitvoerrechten, waarvan de hoogte een zeker percentage uitmaakt van de waarde van het in- of uitgevoerde goed. Als maatstaf voor de waarde kan men nemen óf de factuurwaarde óf de waarde in de binnenlandse handel.
De eerste methode opent licht mogelijkheden tot bedrog, de tweede eist een uitgebreide waren- en prijzenkennis van het douanepersoneel. Een en ander heeft er toe geleid, dat de meeste landen in plaats van ad valorem rechten, specifieke rechten heffen, waarbij de goederen volgens lijsten in categorieën worden verdeeld die elk met een vast recht per gewichtseenheid worden belast. Als bezwaar tegen specifieke rechten kan worden aangevoerd, dat het vrijwel onmogelijk is tot een bevredigende classificatie te komen. Wanneer men bijv. aardewerk met een bepaald recht per kg belast en men maakt geen verdere onderverdeling, dan betekent dit, dat op het grove zware aardewerk relatief veel zwaardere invoerrechten drukken dan op de duurdere lichte soorten. Zo zal men ook bij de ontwikkeling van de techniek tot voortdurende veranderingen in de classificatie moeten overgaan. Steeds verdergaande onderverdeling leidt intussen licht tot administratieve willekeur (die eventueel het karakter kan aannemen van wat men noemt: administratieve protectie) en tot toenemende moeilijkheden voor de handel, die met alle bijzonderheden van de classificatie op de hoogte dient te zijn.Terwijl bij ad valorem rechten de druk van de douanetarieven proportioneel steeds gelijk blijft, onafhankelijk van het conjunctuurverloop, zal bij specifieke rechten de protectie relatief groter worden in tijden van depressie, wanneer de prijzen dalen, en afnemen in tijden van hoogconjunctuur en inflatie, wanneer het prijspeil stijgt. Hierdoor hebben de specifieke rechten een (aanvankelijk ongewilde maar allengs meer bewust aanvaarde) compenserende werking op het conjunctuurverloop in zoverre dit door de internationale handel wordt verwekt of versterkt.
Nederland is op het ogenblik ongeveer het enige land, dat nog aan het stelsel van ad valorem rechten vasthoudt.
PROF. S. POSTHUMA