Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

A (letter)

betekenis & definitie

is de eerste letter van het alphabet. De tegenwoordige vorm is die van het Latijnse alphabet, dat dit teken — hetzij rechtstreeks, hetzij door bemiddeling van het Etruskische alphabet — aan het Griekse heeft ontleend.

De klassiek Griekse A (alpha) is ontstaan uit het oudere Griekse teken dat is gemaakt naar het voorbeeld van de Phoenicische <|c, alef „stier”. De verklaring van de naam van het Phoenicische teken uit de overeenkomst van de vorm van het teken met die van de gehoornde stierkop is zeer gezocht.In het Phoenicische alphabet duidt het, als alle tekens, een consonant, nl. de aspiratie aan; in het Griekse en de daarvan afgeleide een vocaal (a). De wenselijkheid aparte tekens voor de vocalen te hebben, geldt natuurlijk evenzeer voor de Semietische talen als voor het Grieks en ook in sommige Semietische woordbeelden vindt men dan ook de alef al gebruikt ter aanduiding van de a. Het gebruiken van sommige der overgenomen consonanttekens als vocaaltekens is derhalve niet een speciaal Grieks proces geweest, zoals men lange tijd heeft gedacht (H. Bauer in Der alte Oriënt, dl 36, 1937).

Omstreeks de 4de eeuw ontstond de a-vorm (unciaal), welke als minuskel wordt gecombineerd met de Romeinse kapitaal in het Karolingische schrift (gde eeuw), dat onder invloed van Alcuinus van York, stichter van de school van Tours, is ontstaan. Achtereenvolgens ontstaan enige variaties op deze Romeins-Karolingische vorm: 31a (Gothisch, 1450), Aa (Bodoni, 1790), Aa (Egyptieme, 1820), Aa (schreefloos) (z schrift).

Het beschaafde Nederlands kent twee a-klanken: een heldere a als in baat en een doffe a als in kat; de eerste is een lange of zwak gesneden woordklinker, de tweede is een korte of scherp gesneden achterklinker (z klinker).

A of a. beduidt heel dikwijls anno (in het jaar). In de artsenijbereidkunde betekent aa, dat men van de er boven genoemde geneesmiddelen gelijke delen moet nemen; het is een verkorting voor ana. A in het register van Lloyd is voor een koopvaardijschip het teken, dat het op grond van ouderdom en bouworde in de hoogste klasse werd geplaatst. De A of a, die men op het kompas van een zakuurwerk vindt, beduidt avancer of vooruitlopen, d.w.z., men geeft aan het werk een snellere gang door de kompaswijzer naar de zijde der a te draaien. A of a op wissels beduidt: aangenomen, geaccepteerd. In woordverbindingen (a-moreel, a-sociaal, a-septisch, a-pathisch) heeft de aanvangs-a ongeveer de betekenis van: zonder, verstoken, gespeend of vrij van (zgn. a privans).

A kan in de muziek betekenen:

1. de naam van een noot, die in ieder octaafgebied eenmaal voorkomt;
2. de stemtoon, tegenwoordig de eengestreepte A met een trillingsgetal van 440 (z muziek, geluidsleer);
3. de afkorting voor de drieklank met A als grondtoon, de hoofdletter A voor de grote drieklank a cis e, de kleine letter a voor de kleine drieklank ace (z muziek, harmonie);
4. de afkorting voor een toonsoort, A voor A grote terts, a voor a kleine terts (z muziek, harmonie).

Afkortingen:

A = Angströmeenheid, 10-8 cm (zie eenhedenstelsels);

A = Ampère (practische eenheid van stroomsterkte, zie stelsels);

A = argon (scheik.);

Ag = zilver (lat. argentum) (scheik);

Al = aluminium (scheik.);

Am = alabamine (scheik.);

As = arsenicum (scheik.);

Au = goud, (lat. aurum) (scheik.);

a. a. = ad acta, bij de stukken;
A. A. = Augustini ab Assumptione, priesters der Congregatie van O.L.V. Hemelvaart, Assumptionisten genoemd;
a. a. C. = anno ante Christum, in het jaar vóór Christus;

Aa. Ss. = Acta Sanctorum quotquot; toto orbe coluntur, de levens der heiligen, die in de gehele wereld vereerd worden, uitgegeven door de Bollandisten sedert 1643;

A. A. S. = Acta Apostolicae Sedis, naam van het officiële orgaan van de Apostolische Stoel, waarin alle algemeen-kerkelijke wetten en decreten worden afgekondigd;
a. c. = anno currente, van het lopende jaar;

A°. C of X = in het jaar van Christus (zie A°.D.);

a. Chr. = ante Christum, vóór Christus;
a. d. = ante diem, vóór de dag;
A. D. = anno Domini, in het jaar

des Heren, d.w.z. na Christus’ geboorte;

a. D. achter Duitse militaire titels = ausser Dienst, buiten dienst, gepensionneerd;
A. D. S. = Algemeene Doopsgezinde Sociëteit;
A. E. = A (zie aldaar);
a.f. = anni futuri, van het komende jaar;
A. I. = anni incarnationis, van het jaar sinds de vleeswording van Christus;
a. i. = ad interim, voor de tussentijd, voorlopig;
A. I. P. = ad instar participantium, op de wijze van deelhebbenden, de buitengewone notarissen van de Apostolische Stoel, die in ererechten gelijk staan met de dienstdoende;
A. L. A. = American LibraryAssociation;
A. L. M. = Artium liberalium magister, meester in de vrije kunsten (oude academische titel);
a. m. = ante meridiem, voor de middag;

= anno mundi, in het jaar der schepping;

A. M. = Artium magister, meester in de kunsten (oude academische titel);
A. M. D. G. = ad majorem Dei gloriam, tot meerdere eer van God, formule uit de constituties der Jezuïeten-orde;
A. P. = Amsterdams peil;
a. p. = anno passato, in het vorige jaar;
a.pr. = anno praesenti, in het tegenwoordige jaar;
a. r. = anti-revolutionnair;
a. s. = aanstaande;
A. S. = Acta Sanctorum, daden der heiligen door de Bollandisten;
A. S. C. = Algemeene Synodale Commissie der Nederl. Hervormde Kerk;
A. S. S. = Acta Sanctae Sedis, handelingen van de Apostolische Stoel, waarin de handelingen van de Romeinse Curie werden opgenomen, in 1909 vervangen door A. A. S.;

Ata = atmosferen, absoluut genomen, dus overdruk boven druk nul;

Atm. = atmosfeer (zie aldaar);

Ato = atmosferenoverdruk;

a. u. c. = ab urbe condita, na de stichting der stad (Rome).

< >