Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

telkens

betekenis & definitie

Iedere keer dat - , telkens als -.

Telkens Ida hem bij het avondmaal in de ogen staart, kan zij daar niets in ontdekken dan onverstoorde zelfvoldaanheid, de rustige vreugde van het leven, TEIRLINCK 1952, 2, 46.

Ik zie haar draaien in de frisse morgen onder de notelaar bij de rosmolen. Telkens de karnton doef-doef doet, snok ik ritmisch mee, JONCKHEERE 1957, 93.

Telkens ik vernam dat een echtpaar door de dood gescheiden werd - vooral als het jonge mensen betrof - meende ik te kunnen begrijpen hoe verschrikkelijk dat moest zijn, Vrouw en Wereld nov. 1975, p. 14.

Louis-Paul Boontje ligt daar nu in Holland in zijn wieg aan zijn duimpje te zuigen. Iets wat ik zelf trouwens nog steeds doe, telkens ik een nieuw stukje in de krant moet beginnen. Ik heb het nooit kunnen afleren, BOON 1977, 89.

Opm.: In de standaardt., m.n. in de schrijft., uitsl. als bijw.