In de verb. op (met) een ik en een gij, zeer snel, spoedig, in een vloek en een zucht.
‘Die dakgoot is gewoon verstopt, madammeke,’ zei hij. ‘Op een ik en een gij is dat weer in orde,’ BOON 1977, 88.
Gepubliceerd op 03-02-2023
betekenis & definitie
In de verb. op (met) een ik en een gij, zeer snel, spoedig, in een vloek en een zucht.
‘Die dakgoot is gewoon verstopt, madammeke,’ zei hij. ‘Op een ik en een gij is dat weer in orde,’ BOON 1977, 88.
Wekelijks trending en actuele woorden ontvangen in je mailbox? Schrijf je net als 2.112 anderen in!
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen: