Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

WÜRZBURG

betekenis & definitie

Westduitse stad in het Land Beieren met (1953) 91 950 inw. (1939: 107 500; 1945: 31 375), v.w. R.K. en l/i Evang., bisschopszetel, universiteitsstad, hoofdplaats van het Frankische wijnbouwgebied, ligt op 181 m hoogte aan de Main aan de voet van de Marienberg (266 m) aan een belangrijk spoorwegknooppunt naar Frankfort, Schweinfurt, München en Neurenberg.

Het bezit een overslaghaven bereikbaar voor schepen van 1500 ton (1951: 2 millioen ton).STADSBEELD

De fraaie oude binnenstad met haar vele typische Barokke profane gebouwen werd in Wereldoorlog II grotendeels verwoest.

De Dom S. Kilian, een der grootste Romaanse kerken van Duitsland (1133-’88) leed zware schade en veel van het rijke interieur ging verloren, o.a. de meeste fraaie grafmonumenten van de bisschoppen aan de noordkant van het middenschip; de Schönborn Kapel aan het noordelijk dwarsschip (1729-36 door Balth. Neumann) bleef gespaard. Uitgebrand, maar reeds gedeeltelijk weer hersteld zijn o.a.: de Augustinerkirche (1274, na 1741 door B. Neumann Barok verbouwd) S. Burkhard (11de-13de eeuw), de Franziskanerkirche (13de eeuw), het ca 1000 gestichte en onder Joh.

Phil. v. Schönborn herbouwde Stift Haug (16701691 door Ant. Petrini), de Karmeliterkirche (1662-69 door Ant. Petrini), de Gothische Marienkapelle (1377-1470), de Jezuïetenkerk St Michael (vanaf 1765 door J. M. Fischer en J.

P. Geigel), de Neumünsterkerk (Romaans, in de tijd van de Barok na 1711 verbouwd door Jos. Greising), St Peter (1717-’20 door J. Greising), de Schottenkloosterkerk St Jacob (in 1146 voltooid), de St Stephan (Romaans, in de 18de eeuw verbouwd); de rijke versieringen in deze kerken zijn bijna alle onherstelbaar vernield. Behouden zijn de Deutschhauskirche (1280-96) en de bedevaartskerk „Kappele” op de Nikolausberg (1748-50 door Balth. Neumann).

Van buitengewoon architectonisch belang is de in 1719 onder Joh. Philipp Franz. v. Schönborn begonnen bisschoppelijke Residentie, het grootste Duitse Barokke paleis. Het ontwerp was van Maximilian v. Welsch; de technische leiding van de in 1744 voltooide bouw berustte bij Balthasar Neumann, die echter ook geleidelijk in steeds sterkere mate de artistieke vorm bepaalde. Ook de Franse architecten Robert de Cotte en Germain Boffrand , alsmede de Wener J.

L. von Hildebrandt hadden aan de uitvoering deel. Het reusachtige, eerst ca 1770 geheel ingerichte gebouw, leed enige schade in Wereldoorlog II; een aantal vertrekken is uitgebrand, de voornaamste ruimten bleven echter bewaard. Hiertoe behoren het prachtige trappenhuis en de „Kaisersaal” met fresco’s door G. B. Tiepolo (1749-53), de ,.Weisse Saai” en de slotkerk. De meeste andere profane gebouwen zijn echter uitverbrand, zoals de Julius-Universiteit (is82-9i) met Jezuïetenkerk (1586-91). het „Julius-Spital” (18de eeuw), „Bürgerspital” (1717), het raadhuis (een complex uit de I3de-17de eeuw), alle hoven van de domheren, adellijke paleizen en burgerhuizen; slechts de gevels bleven veelal staan.

De stad wordt beheerst door de grootse vesting Marienberg, die ook brandschade leed. Het oudste gedeelte, de „Rundkapelle”, dateert reeds uit 706; van 1250 af was de burcht, die onder bisschop Scherenberg (1466-’95) vergroot werd, de vaste zetel der bisschoppen. Het machtige complex kreeg zijn huidige vorm door de verbouwingen in de 16de tot de 18de eeuw. Hier bevindt zich ook het museum van de stad, het „Mainfrankische Museum”.

De stad, tot 1720 zetel der bisschoppen en tot 1866 vesting, is door een kring van fraaie wandelplaatsen, door de Ringstrasse en de Mainkade omgeven. Langs de Main zijn haven- en industrieterreinen. Er zijn o.m. snelpers-, machinefabrieken, bierbrouwerijen, boekdrukkerijen en houtverwerkende en voedingsmiddelenbedrijven. Van veel betekenis is de wijnhandel. Aan de zuidhelling van de Frauenberg groeit nl. de beroemde Leistenwijn, aan de Steinberg de Steinwijn.

GESCHIEDENIS

In 704 het eerst vermeld, werd Würzburg in 741 residentie van een bisschop, die in de nde eeuw zijn gezag meer en meer over stad en omgeving uitbreidde. In 1525 deed Würzburg aan de Boerenopstand mee, maar sedert 1584 werd de Contra-reformatie er met behulp van Jezuïeten en van Beieren meer en meer doorgevoerd. Van 1633/1634 waren de bisschoppen verdreven. Toen behoorde Würzburg tot het hertogdom Frankenland, dat door de Zweedse rijkskanselier Oxenstierna aan Bernhard van Saksen-Weimar gegeven was. Door de Vrede van Lunéville geseculariseerd, kwam Würzburg bij de „Reichsdeputationshauptschluss” van 1803 voor het grootste deel aan Beieren. Van 1805/ 1806 was het nog even een keurvorstendom, daarna tot 1814 een groothertogdom onder Ferdinand III van Toscane.

Daarna behoorde het weer tot Beieren. In Wereldoorlog II werd de stad, vooral op 16 Mrt 1945, zwaar getroffen. Würzburg werd voor 87 pct verwoest.

Lit.: R. Sedlmaier u. R. Pfister, die Fürstbischofl. Residenz zu W. (2 dln, 1923); H. Röttger, die Stadt W. (Augsburg 1929); H.

K. Heymann, Stud. z. stadtebaul. Entwickl. W. im 19. Jhdt. (Würzburg 1942); H. Schrepfer, W. (1944); Th.

Herzer, Die Fresken Tiepolos i. d. W. Residenz (Frankfurt 1943); M. H. v. Freeden, W. im Bild (1947); Idem, W., Residenz, Grosze Baudenkm. nr 9 (2de ed. 1952); Idem, W., Festung Marienberg, Gr. Baudenkm. nr 2 (2de ed. 1952); H.

Oppelt, W. Ghronik d. denkwürd. Jahres 1945 (1947); M. Do ma rus, W. Kirchenfürsten aus dem Hause Schönbom (1951); P. Endrich u.

K. Dinklage, Vor- u. Frühgesch. d. Stadt W. (1951); H. Kreisel, W. die alte Stadt, Deutsche Lande, D. Kst (München 1951).

J. F. Abert, Aus W.’s Vergangenheit (1924); L. Fries en Günther, Würzburger Chronik, 3 dln (i924~25); A. Bechtold en Schenk, Alt Würzburg (1928); M. Domarus, Der Untergang des alten W. u. s. Vorgeschichte (1950); Herbipolis jubilans (Würzburg 1952).

< >