Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NEURENBERG

betekenis & definitie

(Duits: Nürnberg), Westduitse stad in het Land Beieren, met (1951) 378 500 inw. (1939= 420350; 1945: 196270), van wie 62 pct Evang., 34 pct R.K. en 4 pct andersdenkenden, ligt op 297 m hoogte (op de Burgberg 351 m), in Mittel-Franken in een vlak landbouwgebied en vormt een internationaal spoorweg- en luchtvaartknooppunt.

STADSBEELD

Neurenberg bestaat uit de Altstadt, welke wordt doorstroomd door de Pegnitz, die hier 4 eilanden vormt, en uit verscheidene voorsteden. De Altstadt was omringd door een gracht en door hechte, dubbele muren met talrijke torens en bastions, waarin thans op onderscheiden plaatsen openingen zijn gemaakt, terwijl de gracht is gedempt. Neurenberg is architectonisch van veel belang geweest. Door een luchtaanval op 2 Jan. 1945 werd Neurenberg, tot Wereldoorlog II de best bewaarde grote stad uit de bloeitijd der Duitse Middeleeuwen, echter tot op geringe resten na vernietigd. Hoewel het oorspronkelijk karakter niet te herstellen is, wordt aan de wederopbouw van de belangrijkste kunsthistorische monumenten gewerkt.

De oudste kerk is de S. Sebald, een ca 1240 begonnen, laat-Romaanse en vroeg-Gothische basiliek met een van 1361-72 bijgebouwd Gothisch hallenkoor, toegeschreven aan Heinr. Parler d. j.; de Westtorens werden pas tussen 1481 -’90 voltooid. De voornaamste versieringen van de zwaar beschadigde kerk zijn bewaard gebleven, waaronder het monumentale, ongeëvenaarde Sebaldusgraf (1508-19 door Peter Vischer d. j.), de stenen reliëfs door Veit Stoss en het „Schreier’sche Grabmal” door Adam Kraft.

Op de tweede plaats komt de eveneens gedeeltelijk weer herstelde, Gothische S. Lorentzkirche, aan het einde der 13de eeuw als basiliek begonnen, met een prachtig hallenkoor (1439-’77, door Konrad Roritzer). Tot de kostbaarste sieraden behoren de beroemde, in hout gesneden verkondigingsgroep, de zgn. „Englische Gruss” door Veit Stoss (1518) en het overrijke „Sakramentshaus” door Adam Kraft (1493). De door keizer Karel IV in 1355 gestichte en in 1561 voltooide Frauenkirche aan de markt, een der oudste hallenkerken in Franken, en in veel opzichten overeenkomend met de S. Stephan in Praag, heeft eveneens sterk geleden; de bekoorlijke westgevel is blijven staan. De H.

Geistkirche
(13311341), de H. Kreuzkirche (15de-16de eeuw) en de Katharinenkirche zijn zo goed als geheel verwoest. De barokke S. Aegidienkirche (1711— 1718, door Gottlieb Trost) is uitgebrand; de oudste gedeelten van de oorspronkelijke bouw, de laat-Romaanse Euchariuskapel en de Gothische Tetzelkapel zijn hersteld.

Onder de profane gebouwen staat de burcht, een onregelmatig complex van gebouwen, bovenaan; deze werd echter zeer sterk beschadigd. De oude Doppelkapelle, die misschien nog uit de tijd van Friedrich Barbarossa dateert, is bewaard gebleven; de zgn. Kaiserstallung, eigenlijk een graanpakhuis, door Hans Behaim d.o. (1499) en de beroemde vijfhoekige toren zijn uitgebrande ruïnes. Alle poorten van de oude ring van vestingwerken werden in Wereldoorlog II min of meer zwaar getroffen; de oude bruggen zijn grotendeels behouden. Neurenberg bezat vele fonteinen, waarvan de „Schöner Brunnen” aan de Markt (eind 14de eeuw, originele delen in Germ. Nat. Museum; op de plaats zelf een copie) slechts lichte schade leed.

De beroemde Renaissancehuizen der Neurenbergse patriciërs zijn grotendeels verwoest: o.a. is het Nassauerhaus, het Fleischhaus (1571) en de Hirschvogelsaal (1534, met rijke decoraties door Peter Flötner) uitgebrand, het fraaie Pellerhaus (1605, door J. Wolff jr) ingestort. Vernield zijn eveneens het Grolandhaus, Imhoffsche Haus, Tucherschlösschen (1533-’44), Bratwurstglöcklein, Toplerhaus (1507) en de stadswaag.

Het Fembo-Haus in de Burgstrasse uit de tweede helft der 16de eeuw is het enig bewaarde grote burgerhuis; het Albrecht Dürer Haus is vakkundig herbouwd, Schiesshaus (1582), Peunt (1615) en Unschlitt-Haus gedeeltelijk bewaard. Van het raadhuis, in hoofdzaak een bouwwerk uit de 16de en 17de eeuw (de oudste gedeelten uit de eerste helft der 14de eeuw) staan slechts onbelangrijke resten, zoals de helft van de Renaissancegevel (1612-’22, door Jak. Wolff d. j.).

De beeldhouwkunst bereikte in Neurenberg in de late Gothiek haar grootste bloei met Veit Stoss (ca 1445-1533), Adam Kraft (ca 1460-1508/’09) en Peter Vischer (ca 1460-1.529); onder de schilders treden H. Pleydenwurff (gest. 1472), Mich. Wolgemut (1434-1519) en vooral Albr. Dürer (1471-1528) met zijn leerlingen, als Hans v. Kulmbach, alsmede de beide Behams, de Hirschvogels e.a. op de voorgrond; ook de edelsmeedkunst (Jamuitzer ) nam een belangrijke plaats in. Na de 18de eeuw ging de stad, artistiek gezien, achteruit. Het Germanische National Museum bevat een van de belangrijkste kunst- en cultuur-historische collecties in Duitsland.

Neurenberg bezit o.m. een Hogeschool voor Economische en Sociale Wetenschappen, een conservatorium, een academie voor Beeldende Kunsten en het „Ohm Polytechnikum”. Ook bezit de stad vele kunstverzamelingen en een uitgebreid bibliotheekwezen, waarvan de stedelijke bibliotheek tot 1370 teruggaat.

Neurenberg had reeds in de Middeleeuwen drukke handelsbetrekkingen met vele Europese landen en was tot voor kort een belangrijk centrum van de hophandel. In de loop van de 19de eeuw is Neurenberg meer een industriestad geworden (machinerieën, electrotechnische artikelen, kabels, metaalwaren, voertuigen, potloden, speelgoed, levensmiddelen, brouwerijen en geneesmiddelen.

GESCHIEDENIS

De naam „Nürnberg”, waarvan de oorsprong onzeker is, komt het eerst in een oorkonde van 1050 voor. In 1219 verleende keizer Frederik II de plaats het recht van „Reichsunmittelbarkeit”. Het burggraafschap bevond zich sedert 1191 in het bezit van de graven van Zollern of Hohenzollern. Toen dezen in 1427 markgraven van Brandenburg werden, verkochten zij hun ambt aan de stad. Door een verstandige politiek wist de stedelijke regering van de 13de - 18de eeuw haar gebied belangrijk uit te breiden, zodat Neurenberg een territorium bezat, groter dan enige andere Duitse stad. Dank zij grote handelsbloei en hoog welvaartspeil was Neurenberg in de 15de eeuw en in het begin van de 16de middelpunt van kunst en wetenschap (Dürer, Hans Sachs).

In 1525 werd de Reformatie ingevoerd. In 1532 kwam hier de Godsdienstvrede van Neurenberg tot stand. De ellende van de Dertigjarige Oorlog kwam de stad nimmer te boven. In 1806 werd zij bij het koninkrijk Beieren ingelijfd. In 1835 werd hier de eerste Duitse spoorweg (Neurenberg - Fürth) geopend. Hitler maakte de stad in 1933 tot stad der partijdagen van de N.S.D.A.P.

In Wereldoorlog II werden door luchtaanvallen aanzienlijke verwoestingen aangericht. In 1945 werd de stad door Amerikaanse troepen bezet en werd hier het Internationale Militaire Tribunaal en een Amerikaans Militair Tribunaal ter berechting van oorlogsmisdadigers gevestigd. Het aantal woningen (1939 = 100 pct) bedroeg in 1945 40 pct, in 1951 60 pct.

Lit.: G. Dehio, Handb. d. deutsch. Kunstdenkm., III, 3de ed. (1925); E. Mutschelknaus, Die EntwickL d. N. Goldschmiedehandwerks (1929); Th.

Ham pe u. E. Lutze, N., Berühmte Kunstst., dl 82 (Leipzig 1934); E. Lutze, N. Pfarrkirchen S. Sebald u.

S. Lorenz (Berlin 1939); E. Kusch, N., Das unvergängliche Antlitz einer Stadt (1947); Idem, N., Lebensbild einer Stadt (Nürnberg, 2de ed. 1951); F. Traugott Schulz. Der Stadt N. Ursprung u.

Werdegang (1949); F. Klinger, Zum Wiederaufbau der zerstört, evang. Kirchen v. N. (1948); F. Kriegbaum, N. vor der Zerstörung (Deutsche Lande, Deutsche Kunst) (München - Berlin 1937 en 1950).

< >