(of Wilno, Litaus: Vilnius), stad in het W. van Rusland, hoofdstad van de S.S.R.Litauen, ligt aan de Wilija (een zijrivier van de Njemen) en telde in 1940 209 400 inw. De oude stad, waarvan de grondslagen reeds in de 13de eeuw gelegd werden, is bekend om haar talrijke bezienswaardigheden, w.o. de R.K. hoofdkerk (1387), vele kloosters, een oud, vervallen kasteel en een moskee.
Het overwegend barokke aanzien, dat de stad thans draagt, dankt zij aan de Jezuïeten. Ca 1800 werd een aantal gebouwen in classicistische stijl verbouwd, o.a. het stadstheater, vroeger stadhuis.
Wilna is vanouds een cultureel centrum, heeft een universiteit, die in 1578 werd gesticht, musea, bibliotheken en een botanische tuin. Voer Wereldoorlog II werd ca 25 pct van de bevolking gevormd door Joden, die tijdens de Duitse bezetting zijn gedood. De vele Joodse instituten werden vernield of kregen een andere bestemming. Van de industrie zijn tegenwoordig de textiel-, de machine- en de leerfabricage van belang. Tevens is de stad centrum van spoorwegen en binnenscheepvaart.
GESCHIEDENIS
Wilna werd in de 10de eeuw gesticht. In 1323 maakte de Litause grootvorst Gedimin het tot zijn hoofdstad. In 1387 werd er het eerste Litause bisdom gevestigd. Bij de Unie van Lublin (1569) werd de stad Pools. Van 1655-’60 hielden de Russen haar bezet; in 1702 en 1706 was zij in Zweedse handen (in het laatste jaar werd zij door branden verwoest). Door koning Stanislaus August enigszins hersteld, kwam Wilna in 1788 opnieuw in Russisch bezit.
Bij de derde Poolse Deling (1795) werd de stad definitief Russisch. De universiteit (in 1781 gesticht als voortzetting van de Jezuïetische Academie, die koning Stephanus Bâthory er al 1579 had opgericht) werd een centrum van Pools-nationaal verzet tegen de Russische overheersing, en na de opstand van 1831 werd zij dan ook gesloten (1832).
Voor de geschiedenis van de stad tot 1939 Z Polen en Litauen, geschiedenis.
WERELDOORLOG II
In Sept. 1939 werd Wilna door Sovjet-troepen bezet, 10 Oct. werd het aan Litauen teruggegeven; in Juni 1940 werd het tot hoofdstad van de Litause Sovjet-republiek uitgeroepen. 22 Juni 1941 verdreef het Duitse leger de Russische bezetting en de communistische leiders. Zomer 1944 rukten de Sovjet-troepen opnieuw de stad binnen en werd de toestand van Juni 1940 hersteld. De stad leed zwaar van de oorlogshandelingen.