socialistisch essayist (Rotterdam 15 Oct. 1876), bewoog zich, als medewerker van De Nieuwe Tijd (sedert 1903) en redacteur van de Voorwaarts, vooral op het gebied der internationale politiek en meer in het bijzonder op dat van het imperialisme. Hij promoveerde in 1906 te Utrecht tot doctor in de Nederlandse letteren, richtte in 1907 mede het weekblad De Tribune op, dat in 1909 orgaan werd van de S.D.P., waarvan hij naast Wijnkoop* de leider werd.
Als zodanig was hij van 1916-1925 lid der hoofdredactie van dat blad, 1918-1926 lid van de Tweede Kamer en 1919-1927 van de gemeenteraad zijner geboortestad. In 1925 verliet hij zijn partij en keerde later tot de S.D.A.P. terug. In 1927 werd hij conservator aan de bibliotheek der gemeente Rotterdam.Bibl.: Onderzoekingen over de economische en sociale ontwikkeling van Amsterdam in het laatste kwart der 16de en eerste kwartaal der 17de eeuw, diss. (1906); bew. van Jaurès’ De Fr. Rev. (1905/06, 2de dr. 1930); De Wereldoorlog (een verz. artikelen, 1918); Herman Gorter, de dichter van Pan I (1928); Het Socialisme aan den Vooravond van den Wereldoorlog (2 dln, Amsterdam 1933_1939; vervolg op Quack); De wording van het communisme in Nederland (Amsterdam 1948).