Duits dirigent (Berlijn 25 Jan. 1886), zoon van de vorige, leerling van Rheinberger en Max Schillings, was van 1905 af theaterdirigent te Zürich, Straatsburg en Lübeck. In 1915 werd hij benoemd tot opvolger van Bodanzky als opera-dirigent te Mannheim.
In 1919 dirigeerde hij het Tonkünstler Orchester te Wenen, en van ig2o tot 1922 de concerten van het orkest der Berlijnse Staatsopera. In 1922 werd hij opvolger van Nikisch als dirigent van het Gewandhaus Orchester te Leipzig. Ook trad hij veel op als gastdirigent te Londen, New York, Parijs en bij de festivals te Salzburg en Bayreuth zowel bij concerten als opera’s. In 1934 werd hij benoemd tot lid van de Kon.
Academie van de Heilige Caecilia te Rome. In hetzelfde jaar trad hij uit de Reichsmusikkammer en trad af als directeur van de Berlijnse Staatsopera naar aanleiding van een meningsverschil met de partij-leiding, waarbij hij partij trok voor Hindemith. Sinds 1935 was hij dirigent van de Bayreuther Festspiele en sinds 1938 in dezelfde functie werkzaam te Salzburg.Furtwängler heeft tevens enige composities op zijn naam staan, waaronder kamermuziek, een pianoconcert en symphonieën.
Lit.: W. Specht, W. F. (1922); O. Schrenk, W.
F. (1940); F. Herzfeld, W. F. (1941); B. Geiszmar, Musiker im Schatten der Politik (1945)
