Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VICARIS

betekenis & definitie

(Lat.: vicarius) betekent plaatsvervanger. In het Romeinse rijk en in de Middeleeuwen was de vicarius een hooggeplaatst ambtenaar, die de keizer vertegenwoordigde in bestuurszaken en rechtspraak; in Duitsland heette de vorst, die na de dood van een keizer diens plaats tijdelijk innam, Rijksvicaris.

De titel kwam vooral op kerkelijk terrein in gebruik. De pausen noemden zich Vicarius Dei of Vicarius principis apostolorum (S. pctri) en hun legaten heetten Vicarii sedis apostolicae. Vicarissen werden ook genoemd degenen, die de diensten waarnamen van een hogere geestelijke, terwijl deze de voornaamste inkomsten trok van het ambt; dit vindt men ook in de Anglicaanse Kerk.

Thans kent de R. K. Kerk de Kardinaal vicaris, die de paus vervangt als bisschop van Rome; de Apostolisch vicaris, d.i. de kerkelijke overheidspersoon in een missiegebied, voordat het een bisdom wordt; de Vicaris generaal, die de bisschop terzijde staat; de Vicaris o econoom en de Vicaris substitutus, die bij ontstentenis of afwezigheid van de pastoor diens plaats innemen; de Parochiale vicaris, die de functie van pastoor vervult in een parochie, welke aan een kapittel of klooster is verbonden en de Vicaris adjutor (of kapelaan), die de pastoor assisteert.

In de Anglicaanse Kerk is de Vicar-general de assistent van de bisschop, voor visitaties e.d. In de Duitse Evangelische Kerk is de Vikar een hulpprediker.

In de Ned. Herv. Kerk bestaat het vicariaat sedert de invoering der Nieuwe Kerkorde (1951). Vicaris kunnen zijn proponenten, oud-predikanten (ook emeriti beneden 65 jaar) en vrouwelijke lidmaten, die de proefpreek hebben gehouden. De vicaris wordt niet beroepen, maar aangesteld door de kerkeraad onder goedkeuring van het prov. moderamen. De vicaris is bevoegd tot het bijwonen van kerkeraadsvergaderingen (met adviserende stem) en deelt in enkele predikantswerkzaamheden, t.w. het pastoraat, de catechese en de huwelijksinzegening.

De facto is de vicaris predikant, de jure niet. Van het bovenstaande in de N. H. Kerk is wel te onderscheiden het leervicariaat. Hiermede wordt een onderdeel van de predikantsopleiding bedoeld, waarbij de candidaat gedurende 4 maanden practisch werkzaam is onder leiding van een predikant.

< >