stad in de provincie Antwerpen, ligt aan het kanaal Antwerpen-Hasselt, op vlakke Kempische zandbodem (5606 ha) en telt (1951) 32 915 inw. Naast land- en tuinbouw is er vnl. papier- en boekindustrie (speelkaarten), verder kleding-, sigaren-, metaal-, chemische, voeding-, transport- e.a. nijverheid, steenbakkerij, huidenvetterij.
Het is marktplaats, wegencentrum en arrondissementshoofdplaats, met verschillende middelbare onderwijsinstituten. Vroeghistorische vondsten. Sedert 1110 bestond hier een burcht, jachtverblijf van de Brabantse hertogen. In 1212 kreeg het stadsrechten en in de 13de-14de eeuw bloeide het, vnl. door de lakenhandel. Het begijnhof werd gesticht in 1372. De Bourgondische hertogen vertoefden vaak op het kasteel. Perioden van voorspoed onder Maria van Hongarije (1545) en Amalia van Solms (begin 18de eeuw) wisselden af met oorlog, plundering en verval, tot de definitieve heropkomst o.m. dank zij de technische vooruitgang en de land- en waterwegenpolitiek van de 19de eeuw. In 1789 versloegen hier de Patriotten het Oostenrijkse leger. De vaak verbouwde St Pieterskerk bevat barok beeldhouwwerk van J. de Cock, Bauerscheidt II en W. Pompe, een 16de eeuwse triptiek en mooie doeken w.o. van D. Teniers en Er. Quellin. Het kasteel, thans gerechtshof, is in zijn huidige vorm uit de 18de eeuw; muurschilderingen. Museum Taxandria met rijke verzamelingen betreffende de praehistorie, geschiedenis, folklore en bedrijvigheid der Kempen.LEO DE WACHTER
Lit.: J. Jansen, T. in het verleden en het heden (Turnhout i904-’05, 3 dln); Idem, Gids voor de bezoekers der stad T. (2de uitg., Turnhout 1947); Idem, T. en de Kempen... (Turnhout 1946); J. Schellekens, T. de hoofdstad van de Kempen (Amsterdam 1949); L. Stroobant, Le chateau de T. (Malines 1896); J. Jansen, Taxandria, een Kempisch museum te T. (Brussel 1931).