adellijke familie uit de Lahngouw, die in 1129 het eerst voorkomt en in 1226 de grafelijke waardigheid verkrijgt. In de 15de eeuw splitste de familie zich in de tak Solms-Braunfels, waaruit de bekende gemalin van Frederik Hendrik Amalia van Solms gesproten is, en de tak Solms-Lich.
De graven van Solms-Braunfels werden in 1742 in de rijksvorstenstand verheven. De tak Solms-Lich splitste zich nog o.a. in de Pruisische familie Solms-Sonnenwalde,waartoe een Pruisisch diplomaat Eberhard, graaf van Solms-Sonnenwalde behoorde (Kotitz 2 Juli 1825 - Berlijn 29 Juni 1912), die van 1873-1878 gezant te Dresden, van 1878-1887 te Madrid en van 1887-1893 te Rome was, en de familie Solms-Laubach, waartoe een bekend plantkundige Hermann, graaf van Solms-Laubach (Laubach 23 Dec. 1842 - Straatsburg 24 Nov. 1915) behoorde. De laatste bezocht in 1883 en 1884 Java. Talrijke leden van het geslacht zijn thans nog in leven; het hoofd van de tak Solms-Braunfels bewoont nog steeds het kasteel Braunfels te Lahn in Hessen.
Lit.: Rudolf Graf zu Solms-Laubach, Gesch. des Grafen- und Fürstenlandes S. (1865); Fr. Uhlhorn, Gesch. der Grafen von S. im Mittelalter (Leipzig 1931); Genealogisches Handbuch des Adels I (Glücksburg 1951).