Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Thomas ERSKINE

betekenis & definitie

Schots godsdienstfilosoof (Edinburgh 13 Oct. 1788 - Linlathen 20 Mrt 1870), werd na zijn studie te Edinburgh in 1810 advocaat, maar onder de indruk van de dood van zijn broeder trok hij zich op zijn landgoed Linlathen terug en verdiepte zich in de studie van de theologie. Onder zijn vrienden telde hij Thomas Carlyle, Vinet, Ad.

Monod. Toen in 1831 J. M. McLeod Campbell, predikant van Row, werd afgezet wegens zijn prediking van een algemene verzoening en vergeving door Christus’ dood, nam Erskine de handschoen voor hem op, en ging verder dan hij: ten slotte zullen allen gered worden en hersteld tot het beeld Gods door de verzoening van Christus. Erskine zag het leven als een opvoeding, niet in de eerste plaats als een beproeving. Zijn invloed is aanzienlijk geweest,; hij maakte de indruk van een profeet. Tot een kerkelijke partij heeft hij niet behoord; wel was hij dankbaar voor de Calvinistische inslag in zijn opvoeding, omdat het Calvinisme God en de gedachte aan God tot het een en al maakt, en de creatuur tot bijna niets voor Hem. Calvinisme achtte hij een schaap in wolfskleren, Arminianisme een wolf in schaapskleren.Bibl.: Remarks on the internal evidence for the truth of revealed religion (1820); An Essay on faith (1822); The Unconditional freeness of the Gospel (1828); The Brazen Serpent or Life coming through Death (1831); The Doctrine of Election (1839); The Spiritual Order and Other Papers (1871).

< >