(Anton) Freiherr, Duits avonturier, bekend geworden als Theodoor I koning van Corsica (Keulen 24/25 Aug. 1694 Londen 11 Dec. 1756), stamde uit het Westfaals-Rijnlandse adellijke geslacht von Neuhoff zu Neuenhoff en werd opgevoed aan het hof van Liselotte van de Palts. Na tal van avonturen raakte hij in kennis met Corsicaanse opstandelingen tegen Genua.
Met behulp van de Porte en de Bey van Tunis wist hij hun geld en wapenen te verschaffen. Op 12 Mrt 1736 zette de baron voet aan wal op het eiland en reeds in Apr. werd hij tot koning gekozen, maar in Nov. moest hij vluchten voor de Genuezen. Te Amsterdam werd hij in 1737 wegens schulden gegijzeld, doch hij wist aldaar een combinatie te vormen, die hem in 1738 enige schepen verschafte, waarmede hij wederom op Corsica landde. Doch Genua had inmiddels Frankrijk te hulp geroepen en daartegen was Neuhoff niet opgewassen. Een derde poging met Engelse hulp in 1743 had evenmin succes. Te Londen zat hij van 1749-1756 in de gijzeling, waaruit hij pas enkele dagen voor zijn dood werd ontslagen. Zijn zoon Frederick (de) Neuhoff, gen. „Colonel” Frederick (ca 1725 - zelfmoord 1 Febr. 1797) beschreef zijn leven in Mémoires pour servir à l’histoire de Corse (1768).Lit.: A. Le Glay, Théodore de N. roi de Corse (Monaco 1907); E. von Engelhardt, Der König von Korsika (1925); M. Gravina, Teodoro I°re de Corsica, in: Rassegna italiana XVII (1926); N. W. Hartmann,Korsika als Königreich (1928); P. J.v.
Winter, Koning Th. v. Corsika in Amsterdam, in: Jaarb. Amstelodamum XXXVIII (1941). Roman: R. de Weck, Le roi Théodore (Paris 1928).
