of wierden zijn kunstmatig opgeworpen heuvels, die men in Friesland en Groningen in groten getale aantreft.
Oorspronkelijk woonde hier, zeker reeds van vóór de Romeinse tijd af, een Friese bevolking, vrijwel op hetzelfde niveau als het omringende land.
Onder bedreiging van het water ging men telkens weer tot ophoging van de nederzettingen over, totdat in Laatkarolingische tijd de tegenwoordige hoogte bereikt werd. Boven op deze terpen zijn ook vaak in later tijd de Friese dorpen verrezen.
Van de terpen zijn reeds vroeger een groot aantal ten behoeve van de vruchtbare terpaarde afgegraven, waarbij tal van voorwerpen voor de dag kwamen. Slechts in de laatste jaren is, door de terponderzoekingen van Van Giffen, omtrent de oude aanleg wat meer bekend geworden. Bekend zijn vooral de vondsten van Ezinge, waar van verscheidene huizen nog de houten resten van wanden bewaard waren. Verschillende oude schrijvers hebben zich reeds met de terpen beziggehouden; een overzicht hiervan vinden wij van de hand van prof. J. M. van Bemmelen in de Oudheidk. Med., Oude R. II. Voor de latere onderzoekingen van Van Giffen vergelijke men de Jaarverslagen van de Veren. v. Terpenonderzoek.