Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HOUTEN

betekenis & definitie

Utrechtse gemeente van 3440 ha met (1950) 3124 inw., van wie (1947) 69 pct R.K., 29,5 pct Prot., 1,5 pct overige godsd. gezindten, is gelegen ten Z. van de stad Utrecht, aan de electrische spoorlijn Utrecht - ’s-Hertogenbosch, en heeft twee afzonderlijke bebouwde kommen, t. w. Houten en ’t Goy.

De bodem bestaat uit rivierklei. Hoofdmiddelen van bestaan zijn landbouw, veeteelt en fruitcultuur. Er zijn voorts fruitveilingen en een fruitteeltschool. In 1857 zijn de gemeenten Oudwulven en Schonauwen samengevoegd bij Houten. De N.H. kerk dateert uit ca 1200, Huis Heemstede uit 1323, het bakstenen Poortgebouw uit ca 1500. Er is nog een resterende toren van de Ridderhofstad Schonauwen en voorts zijn er de forten Lunetten en Het Hemeltje.

< >