Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Telugu

betekenis & definitie

(Sanskrit, Andhra geheten), een der voornaamste Dravidische talen, wordt in Zuid-India gesproken door ca 26 millioen mensen (census van 1931) en boogt op een vrij aanzienlijke literatuur. Het oudste document, met slechts taalkundige waarde, vormen enkele inscripties uit de 6de eeuw n.

Chr. Met de „Vader der Teluguliteratuur” Nannaya Bhatfa, hofdichter van de vorst Rajaraja van Vehgi (1022-1063), zet een periode in van slaafse navolging uit het Sanskrit, waarbij ook het Sanskrit-vocabularium in grote mate wordt overgenomen. Hij vertaalde in zeer verkorte vorm het Mahdbhdrata, een werk dat later voortgezet werd door Tikkana (midden 13de eeuw). Een jongere tijdgenoot, Pavuluri Mallana, schreef in hoogst poëtische vorm en taal een mathematisch leerboek Daéaganitam. Het Sivaïsme vond in de vorst en dichter Nannecoda (midden 12de eeuw) een verdediger. Hij gaf een Telugu-bewerking van Kalidasa’s Kumdrasambhava. Van de 13de eeuw af wint de cultus van Visnu echter veld en talrijk zijn de vertalingen, bewerkingen en samenvattingen van het Ramayana (o.a. Ranganatha) en van de Bhagavata-purana (o.a. Potana ca 1400).De bloeitijd der Telugu-literatuur valt in de 15de eeuw. Men streeft nu veeleer naar een nationale kunst. Sanskrit-woorden worden verbannen en men zoekt eigen stof. Deze ongekunstelde, volkse stijl vindt zijn hoogtepunt bij Venana, die veel liederen met religieuze inhoud dichtte, waarin tevens sommige sociale toestanden worden gehekeld. Ca 1450 bewerkte Pillalamarri Pina Virabhadrakavi het Sakuntala-thema. Met vorst Krsnaraya (1509-1525) bereikt de Telugu-letterkunde haar akme. Zelf dichter (o.a. van de Amuktamalyada of Visnucittiya, een reeks verhalen met Visnuïtische ondertoon), maakte hij zijn hof tot een centrum van intellectueel leven. Van de acht grote dichters die onder hem of zijn opvolgers leefden, is Allasani Peddana de voornaamste. Hij behandelde in zijn romantisch verhaal Manucaritram een oud thema uit de Markandeya-purana. Decadent door te ver gedreven gekunsteldheid is het, wat de intrigue betreft, uiterst ingewikkelde werk Kalapümodhya van Pingali Surana. Hij brengt in de Telugu letterkunde ook de élesa-vorm in, d.w.z. een tekst die op twee wijzen kan begrepen worden, al naar gelang men de woorden splitst of samen neemt. In dit genre wordt hij overtroffen door Ramarajabhüsana die in de Hariscandra-Nalopakhyana tegelijkertijd èn de geschiedenis van Nala èn deze van Hariscandra vertelt. Na hem treedt het verval in: de gekunsteldheid wint steeds meer veld en het erotische thema primeert.

H. VAN LOOY

Lit.: v. Glasenapp, Die Literaturen Indiens, p. 310-317; P. Chenchiah, M. L. and Raja M. Bhujanga Rao Bahadur, A Hist. ofT. Literature (Calcutta - London 1928).

< >