Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VISNU

betekenis & definitie

is een der hoofdgoden van het Indische pantheon. In de Rgveda is hij nauw verbonden met Indra en was waarschijnlijk oorspronkelijk een zonnegod (hij heeft o.a. de discus tot attribuut en meet evenals Savitar de aarde uit).

In het Brahmanisme en vooral in het latere Hindoeïsme werd hij tot de god van millioenen Indiërs: in hem versmolt de cultus van verscheidene goddelijke figuren (bijv. Narayana en sommige trekken van Indra) en heroïsch-legendarische locale en meer algemene figuren (Rama en Krsna). De moeilijkheid een theïstisch-gedachte absolute god tevens als een in de wereld existerende volksgod voor te stellen, verhelpt het Visnuïsme door de zgn. avatdra’s d.w.z. nederdalingen of incarnaties.Om de mensheid van onheil te bevrijden neemt Visnu tien gestalten aan. De eerste negen avatara’s hebben reeds plaats gehad, de tiende moet nog plaats vinden. Deze avatara’s zijn: 1. vis (matsya); 2. schildpad (kürma); 3. ever (varaha); 4. manleeuw (narasimha); 5. dwerg (vamana); 6. Rama met de bijl (Parasurama); 7. Rama zoon van Daéaratha; 8. Krsna; 9.

Buddha. De tiende incarnatie als Kalkin, die het einde van deze wereldperiode zal meebrengen en een nieuw beter tijdperk inluiden, zal in de toekomst plaats grijpen. Zijn vrouw is Lakémi, zijn lievelingsrijdier de vogel Garuda. Hij wordt voorgesteld met zwart of donkerblauw lichaam, vier armen en in de handen knots, schelp, discus en lotus, op de borst een wonderjuweel, Kaustubha. Hij zit op een lotus of rust in de melkzee op de slang Ananta.

Een van de kenmerken van de Visnu-eredienst is de bhakti, de toegewijde, exclusieve liefde tot de godheid. In sommige secten heeft, in de loop der tijden, deze bhakti een eigenaardige vermenging doen ontstaan met erotische elementen, die culmineerden rond de Visnu-Radha-cultus. Voor de verschillende secten en scholen, z. Caitanya, Ramanuja, Ramananda, Madhva en Vallabha.

< >