Oostduitse stad met (1946) 50 390 inw. (1939: 52 930), vnl. Evang., in Pommeren, tot 1873 een vesting, ligt aan de Strelasund, die het eiland Rügen scheidt van de vaste kust, is een spoorwegkruispunt.
Het ligt geheel door water omgeven en is door dammen met het vasteland verbonden. Het bezit o.a. 3 land- en 4 waterpoorten, de fraaie Mariakerk, een Gothisch bouwwerk in baksteen uit de 14de eeuw met een 115 m hoge toren, de eveneens Gothische Nicolaikerk en de Jacobikerk (beide uit de 14de eeuw) en een stadhuis van 1316 met een museum en een zeevaartschool. Stralsund was eertijds na Lübeck de belangrijkste Hanzestad, doch bij de toenemende grootte van de zeeschepen, bleek haar haven steeds meer onvoldoende te zijn en liepen rederij en scheepsbouw steeds verder terug. Thans zijn visserij en industrie (visconserven, suiker, scheepsbouw, machines, houtzagerij, fabricage van speelkaarten) de voornaamste bestaansbronnen.In 1234 kreeg Stralsund stadsrecht van Witzlaw I van Rügen. In 1278 werd het lid van de Hanze. Gedurende de Dertigjarige Oorlog werd de stad van 13 Mei-24 Juli 1628 tevergeefs door Wallenstein belegerd. In 1648 werd zij Zweeds, van 1678-1679 en van 1715-1720 was zy Brandenburgs-Pruisisch, van 1807-1814 Frans en na 1815 Pruisisch.
