Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

GROOTTE

betekenis & definitie

of magnitude, maat voor de helderheid van de sterren. Reeds in de Oudheid verdeelde men de met het blote oog zichtbare sterren naar de helderheid in zes klassen, de helderste sterren zijn van de eerste grootte, de zwakste van de zesde.

Reeds Ptolemaeus (150 n. Chr.) gebruikte deze indeling in de Almagest. Later bleek dat een gemiddelde ster van de 1ste grootte ongeveer 100 X zoveel licht geeft als een van de 6de en tegenwoordig definieert men een verschil van één grootte-klasse als een verhouding van helderheid van 5√100 = 2,512. Verschillen van 1, 2, 3, 4, 5 g. komen overeen met verhoudingen in helderheid van 2½, 6½, 16, 40 en 100. Als nog een nulpunt wordt aangenomen, is dus het stelsel van de visuele grootte-klassen geheel bepaald. De zwakste sterren, die men met de grootste kijkers nog kan fotograferen, zijn van de 22ste grootte. De planeet Venus bereikt soms de grootte —4, en is dan dus 5 grootte-klassen helderder dan een ster van de 1ste grootte, of 100 X zo helder.De fotografische grootte-schaal valt niet samen met de visuele; men behoudt echter de verhouding 2,512 en laat de schalen voor witte sterren samenvallen. Voor de rodere sterren komen er nu systematische verschillen, die men kleurindex noemt. De kleurindex wordt groter, naarmate de ster roder is. Afgekort schrijft men grootte als m (z sterrenkunde).