Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SPECULATIEVE THEOLOGIE

betekenis & definitie

(Protestant) is de theologie, die zich in de 19de eeuw bepaaldelijk in Duitsland onder invloed van Hegel ontwikkeld heeft. Voor Hegel betekende de religie de gevoelvolle voorstelling van datgene, wat de rede door de macht van het begrip zelfstandig en logisch doorzichtig kon ontvouwen.

In wezen gelijk accentueren derhalve religie en wijsbegeerte ieder op hun beurt een eigen moment der werkelijkheid. Het gevolg van deze leer was een uiteengaan der leerlingen in twee tegengestelde richtingen: een rechts-Hegelianisme, dat de hoofdgedachten der theologie op speculatief-wijsgerige wijze interpreteert, maar waarbij de theologie in dogmatische zin de leiding behoudt, en, daarmede in felle oppositie, een links-Hegelianisme, dat de dogmatische waarheden geheel in wijsgerige zin relativeert en bepaaldelijk de historische grondslagen van het Christendom op critische wijze aantast.Van de eerste groep zijn te noemen: Fr. Marheineke, G. A. Gabler, Fr. Daub, later vooral O. Pfleiderer, en E.

Troeltsch. Tot de linkergroep behoren de bekende D. Fr. Strauss („Leben Jesu”, „Glaubenslehre”) en L. Feuerbach met zijn „Wesen der Religion”, „Wesen des Christentums”. De idealistische bespiegelingen over God bij de rechtergroep maakte bij de linker- plaats voor speculaties over de mens.

Een bemiddelingspoging ondernam A. Em. Biedermann, die wel is waar de historische critiek ten volle voor zijn rekening nam, maar tegelijk het eeuwige waarheidsgehalte der dogmata daaruit wilde redden, vnl. door de logische beginselen van het geloof in het daglicht te stellen.

De speculatieve theologie kenmerkt zich derhalve door 2 eigenaardigheden: zij wil los van de historische relativiteit het logisch, eeuwig waardencomplex der religie in zijn innerlijke spanningen begrijpen. Haar grondveronderstelling is de redelijkheid der religie.

Lit.: A. H. de Hartog, De redelijkheid der religie (1907); G. Frank, Die Theologie des 19.Jahrh. (1894); F. Kattenbusch Die deutsche evang. Theologie seit Schleiermacher (1926); K. Barth, Die prot. Theologie im 19.Jahrh. (1947).

< >