is het streven voordeel te behalen uit de zich in de tijd op eenzelfde markt voordoende prijsverschillen. De speculatie kan het karakter hebben van een haussespeculatie en van een baissespeculatie. Zij die à la hausse speculeren (haussiers) verwachten een prijsstijging en kopen daarom goederen, effecten enz., waarbij het dan in de bedoeling ligt deze in de toekomst tegen de hogere prijzen van de hand te doen.
De speculanten à la baisse (baissiers) voorzien daarentegen een prijsdaling en verkopen daarom, om in de toekomst tegen lagere prijzen weer in te kopen. Zowel voor de haussiers als de baissiers staat tegenover de mogelijkheid van het behalen van een speculatiewinst het risico, dat de werkelijke prijsbeweging een andere is dan de verwachte. Eigenlijk is er geen koop of verkoop, geen productie of voorraad vorming, die niet op een of andere wijze verbonden is met het risico van prijsverandering. Daarom zou men ieder die goederen koopt, verkoopt, produceert of opslaat, als een speculant kunnen betitelen. Gebruikelijk is het echter, om slechts dan van speculatie te spreken, wanneer het een bewust zoeken naar de mogelijkheid van prijsveranderingen betreft. Men is daarbij gewoon, onderscheid te maken tussen de beroepsspeculanten — d.w.z. zij, die van het aanvaarden van prijsrisico’s hun beroep maken — en de gelegenheidsspeculanten, die incidenteel eens een kans willen wagen.De speculatie komt voor op vele goederenmarkten, op de effectenbeurs en ook bij de handel in valuta. Vooral de termijnmarkt (zie termijnhandel) biedt daarbij een belangrijke mogelijkheid tot speculatie. Het gaat immers bij de termijnhandel — die zich zowel bij de goederenhandel als bij de effectenhandel kan voordoen — voor de ene marktpartij om het afwentelen van het prijsrisico, waarbij dan de tegenpartij, voor een groot deel bestaande uit de speculanten, dit risico overneemt. Daarnaast is het verschijnsel van de speculatie vooral ook op de effectenbeurs tot ontwikkeling gekomen. Het betreft hier voor een groot deel acties van gelegenheids-speculanten, die in het algemeen à la hausse speculeren in de hoop op koersverbeteringen.
De speculatie, die verschillende nuttige functies verricht, kan ook dikwijls tot schadelijke gevolgen aanleiding geven. De speculatie is maatschappelijk nuttig in de volgende opzichten:
1. zij aanvaardt de prijsrisico’s, welke de producenten, handelaren,enz. op de termijnmarkt wensen af te wentelen;
2. zij kan een prijsnivellerende invloed hebben, wanneer ze in perioden van vraagstijging een benedenwaartse druk en in perioden van vraagdaling een opwaartse druk op de prijzen uitoefent;
3. zij werkt marktverbreding in de hand.
De gevaren, welke door de speculatie kunnen worden veroorzaakt, zijn allereerst, dat ze in gunstige perioden (hausse) aanleiding kan geven tot uitgebreide aankopen — vooral van de zijde van gelegenheids-speculanten — waardoor de prijzen sterker stijgen dan in verband met de reële verhoudingen gerechtvaardigd zou zijn en vervolgens dat ze soms tot manipulaties als het verspreiden van valse geruchten e.d. kan leiden, welke het ontstaan van kunstmatige prijsbewegingen ten doel hebben. Het eerstgenoemde gevaar heeft zich vooral bij de speculatie in effecten in de V.S. meermalen geopenbaard. Zo bleek bij de beurscrisis in 1929 in dat land, dat tallozen zonder enig verstand van zaken — en vaak met geleend geld — belangrijke effectenaankopen hadden verricht om zich na de enorme daling van de koersen in enkele dagen volkomen geruïneerd te zien.
J. E. ANDRIESSEN
Lit.: In vrijwel elk boek over economie treft men beschouwingen over speculatie aan; als speciale oriënterende literatuur noemen wij: C. Parker, Governmental Regulation of Speculation, in The Annals of the American Academy of Political and Social Science dl 38, No. 2 (1911); H. C. Emery, Speculation on the Stock- and Produce Exchanges of the U. S. (1896); Harrison H. Brace, The Value of Organized Speculation (1913); A.
H. Besier, Effecten, Hun waarde en prijs (1925); G. Wright Hoffman, Ph. D. Governmental Regulation of Exchanges, in the Annals of the American Academy of Political and Social Science, Mei 1931, dl I (1931); en als populaire boeken: Ernest Bory, Science pratique de la bourse (1945); G. Backes, La Spéculation financière (1940).