Ned. Geref. theoloog (Utrecht 18 Nov. 1856 - Amsterdam 17 Aug. 1920), studeerde theologie te Utrecht, was daarna Ned.-Herv. pred. te Biezelinge (1883), Hijlaard (1885) waar hij in 1887 voor de Doleantie koos, Geref. pred. te ’s-Gravenhage (1888) en te Amsterdam (1899).
Hij was misschien de meest zelfstandige van de predikanten, die Kuyper volgden. Sikkel maakte school door zijn originele wijze van preken en door zijn bijbelverklaringen, waarin hij de Heilige Schrift als levend Woord Gods wilde uitleggen en fulmineerde tegen moralisme in de toepassing van de gewijde geschiedenis. Bovendien verwierf hij bekendheid door zijn positiekeus in de Christelijk sociale beweging; hij pleitte daar voor de erkenning van het geestelijk karakter van de arbeid en van de persoonlijke waardigheid van de arbeider en stelde bedrijfsorganisatie boven vakorganisatie.Bibl.: o.a. De Heilige Schrift en haar verklaring (1906); Het Boek der geboorten, Verklaring van Genesis (1906); Vrijmaking van de arbeid (1903); In heilige roeping. De leidingskwestie in de Anti-revolutionaire Partij (1916).
Lit.: T. de Ruiter, S. en de organisatie van de arbeid (1950).