Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Sébastlen le prêtre de vauban

betekenis & definitie

seigneur, Frans vestingbouwkundige, economist en belastingdeskundige (Saint Léger, Yonne, 15 Mei 1633-Parijs 30 Mrt 1707), inspecteur-generaal der Franse fortificatiën en in 1703 tot maarschalk van Frankrijk benoemd, was met zijn tijdgenoot Coehoorn een der grootsten op het gebied van vestingbouw en vestingoorlog. Bovendien was hij een kundig civiel-ingenieur.

Als vestingbouwkundige heeft Vauban het vestingstelsel van Frankrijk aan alle grenzen verbeterd en het uitgebreid in de door Lodewijk XIV veroverde gebieden. Van 1667 af was hij daarbij de eerste raadgever van de koning en diens minister van Oorlog Louvois. Onder zijn leiding en meestal persoonlijk toezicht werden een 90-tal vestingen verbeterd en een 30-tal nieuw gebouwd.

Een vast stelsel heeft hij daarbij niet gevolgd, al hebben ook zyn 18de-eeuwse opvolgers getracht, Vauban’s vestingwerken in drie systemen in te delen: het eerste, dat het meest is toegepast en de ideeën van Pagan zeer nabijkwam en de 2de en 3de manieren, gekenmerkt door gebastionneerde stenen torens (door gedetacheerde bastions, waartussen tenailles, gedekt) ter flankering van de courtines: voorlopers van het polygonale stelsel van vestingbouw. Evenzeer zijn de constructie der escarpmuren en de goede aanpassing van de versterkingen aan het terrein typerende waarden in Vauban’s scheppingen.

Behalve als vestingbouwer was Vauban ook vermaard als aanvaller of zgn. „preneur des villes”. In zijn 57-jarige diensttijd heeft hij aan 48 belegeringen deelgenomen. Bij die van Maastricht in 1673 paste hij het eerst een nieuwe methode van aanval toe, van de Turken overgenomen maar veel verbeterd, nl. de meesterlijk georganiseerde sappen-aanval met parallellen, zigzags en batterijen (zie figuur) en welke, met enkele wijzigingen, tot in Wereldoorlog I in gebruik is gebleven. Een ander beleg, dat van Namen in 1692, bracht Vauban in persoonlijk contact met Coehoorn, die deze vesting moest overgeven, maar haar in 1695 weer kon terugnemen.

Vauban heeft voorts betekenis als economist en statisticus. Zijn werk op dit gebied heeft een zuiver practische doelstelling. Tijdens zijn vele reizen toonde hij zich een scherp waarnemer van economische en sociale feiten en toestanden. Verontrust door de economische achteruitgang van Frankrijk en vooral diep begaan met het lot der armere klassen, in het bijzonder de boeren, bepleitte hij in zijn Projet d'une Dixme Royale (1706) als middel tot herstel een diepgaande hervorming van het belastingstelsel, waarbij vele der belastingprivileges van zijn tijd zouden worden afgeschaft en de druk voor de lagere klassen zou worden verlicht door het invoeren van een algemene, met het inkomen evenredige belasting. Het boek werd echter in beslag genomen en verboden. Vauban was voorts een tegenstander van handelsmonopolies en -privileges en een voorstander van vrijhandel in binnen- en buitenland. Hij had grote belangstelling voor bevolkingsvraagstukken en is een der grondleggers van de statistiek geweest. Van zijn veelzijdigheid geven zijn vele nagelaten geschriften, in het bijzonder de 4-delige Oisivetés (Paris 1842-46) blijk.

Bibl.: Abrégé des services du maréchal de V. fait par lui en 1703, uitg. d. A. M. Augoyat (Paris 1839).

Lit.: F. K. Mann, Der Marschall V. und die Volkswirtschaftslehre des Absolutismus (München 1914); D. Halévy, V. (Paris 1924); F. Gazin, Essai de bibliographie: oeuvres concernant V. (Paris 1933); P. Lazard, Vauban, diss. Paris (1934); J. H. Bast, V. en Boisguillebert, hun beteekenis voor de economie in heden en verleden, diss. Groningen (1935); Sir Reginald Blomfield, Séb. le Prêtre de V. (London 1938).

< >