Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SCHROEDER VAN DER KOLK, jacobus ludovicus conradus

betekenis & definitie

Nederlands anatoom en psychiater (Leeuwarden 14 Mrt 1797 - Utrecht 1 Mei 1862), werd op 15-jarige leeftijd medisch student te Groningen en had daar speciaal belangstelling voor de zuivere natuurwetenschappen. Hij verkreeg tweemaal de gouden medaille voor een prijsvraag en promoveerde op een onderwerp over de bloedsomloop.

Na enige maanden praktijk te Hoorn uitgeoefend te hebben, werd hij inwonend geneesheer aan het Buitengasthuis te Amsterdam. In 1826 volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de anatomie en physiologie te Utrecht. Hier bracht hij vernieuwingen door de natuurwetenschappen in dienst van de geneeskunde aan te wenden, terwijl hij ook de microscopie, die toen nog als nieuwlichterij beschouwd werd, aanvaardde. Bovendien paste hij het experiment op dieren toe en doceerde hij pathologische anatomie.Thans is Schroeder van der Kolk vnl. bekend vanwege zijn verdiensten op het gebied der krankzinnigenverpleging. Niet alleen doceerde hij psychiatrie en bestudeerde hij hersenanatomie, doch mede in zijn kwaliteit van regent van het krankzinnigengesticht te Utrecht deed hij de opvatting veld winnen, dat krankzinnigen zieken zijn, die men moest trachten te genezen en niet slechts opsluiten. Niet alleen wist hij velen voor zijn ideeën te winnen, doch ook de regering wees hem, te zamen met Feith aan, om een rapport op te stellen aangaande de toenmalige stand der krankzinnigenverpleging in Nederland. Dit thans nog beroemde rapport verscheen in 1841 (zie ook Joh. van Duuren).

Zijn sociaal gevoel blijkt uit zijn ijveren voor de afschaffing van alkoholhoudende dranken. Uit zijn, na zijn dood door Hartsen uitgegeven verhandelingen onder de titel Lichaam en ziel blijkt zijn opvatting over de harmonische samenwerking van lichaam en ziel.

Bibl.: Lichaam en ziel in hun onderlinge verhouding geschetst (uitgeg. d. Hartsen, 1863); Over de verwaarlozing der vereiste zorg ter leniging van het lot der krankzinnigen in ons vaderland (Utrecht 1837); Handboek van de pathologie en therapie bij krankzinnigheid (uitgeg. d. Hartsen, 1863).

Lit.: W. Vrolik, in Jb. Akad. Wetensch. 1862, p. 161; L. E. Bosch, in Utr.

Volksalman. 1863, p. 242; J. P. T. van der Lith, in:Utr. Stud. Alm. 1863, p. 729; C. W.

Opzoomer, in: Alm. Nut v. h. Algem. 1863, p. 61; Opuscula selecta Neerl. de Arte Med. VI, p. 294 en XI, p. 283.

< >