Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SCHRÖDINGER, erwin

betekenis & definitie

Duits natuurkundige (Wenen 12 Aug. 1887), werd in 1920 hoogleraar te Stuttgart, ging het volgende jaar naar Breslau en Zürich, en in 1927 naar Berlijn als hoogleraar. Van 1933-1938 was hij in Oxford, in 1939 aan de Fondation Franqui (België), en is sinds 1940 verbonden aan the Dublin Institute for Advanced Studies.

Hij heeft in 1926 de grondslag voor de golfmechanica gelegd, de vergelijking van Schrödinger is het uitgangspunt voor zeer vele onderzoekingen op het gebied der atoomtheorie en van de quantummechanica. In 1933 ontving hij de Nobelprijs voor natuurkunde. Ook op het gebied der kleurentheorie heeft hij belangrijk werk gedaan.Bibl.: Abhandlungen zur Wellenmechanik (1927); Vier Vorlesungen über Wellenmechanik (1928); Science and the Human Temperament (1935); What is Life? (1945); Statistical Thermodynamics (1946); Space-Time Structure (1950); Science and Humanism (1951).

< >