(Scorzonera hispanica) behoren tot de fam. der Samengesteldbloemigen (Composieten). De naam is afkomstig van het Italiaanse Scorza nera (zwarte schors). Het is een meerjarige plant, met een verdikte, uitwendig zwarte penwortel, welke een rozet van ongesteelde lancetvormige bladeren en een vertakte stengel, eveneens met lancetvormige bladeren en gele bloemhoofdjes draagt.
Gewoonlijk bloeit de plant pas in het tweede en in volgende jaren.In Nederland wordt zij als éénjarig gewas geteeld om de vlezige wortel vol melkachtig sap. In April wordt op rijen gezaaid en zonodig na het opkomen uitgedund. Om rechte, lange en onvertakte wortels te kunnen oogsten vindt de teelt gewoonlijk plaats op diep losgemaakte, voedselrijke zand- of zavelgrond. Op het veld wordt door de planten vaak schade ondervonden van de schimmelziekten, het Wit en Witte roest, welke te bestrijden zijn door een bespuiting met een mengsel van Bordeauxse en Californische pap.
Als rassen worden éénjarige Niet-schieters en Duplex gebruikt. De wortels worden laat in de herfst voorzichtig gerooid om beschadiging te voorkomen. De productie bedraagt 2 à 3 millioen kg per jaar. Zij wordt het meest geteeld in het Westland, vooral te ’s-Gravenzande, in mindere mate te Naaldwijk en te Loosduinen. Verder is de teelt van enige betekenis in Kennemerland, vooral in Castricum. De wortels worden gestoofd gegeten.
In Nederland is de consumptie zeer gering. Uitvoer vindt nl. plaats naar België en in mindere mate naar Duitsland en Zwitserland.
Volgens de officiële tellingen zouden er in België ca 100 ha met deze groente worden beteeld. Deze oppervlakte laat zich als volgt verdelen over de voortbrengende provincies: Oost-Vlaanderen 36 ha, Antwerpen 24 ha, West-Vlaanderen 20 ha, Brabant 12 ha. De jaarlijkse productie wordt geraamd op 2 à 3000 ton, maar dit is niet voldoende. De invoer (uitsluitend uit Nederland) bedroeg in de laatste jaren:
Jaar Invoer in ton Invoer in 1000 fr.
1948 778 3538
1949 1050 5073
1950 1420 6208
1951 1339 5280