Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NAALDWIJK

betekenis & definitie

Zuidhollandse gemeente in het Westland, groot 2533 ha, telt (1951) 17 340 inw., van wie (1947) 60 pct Prot., 38 pct R.K. en 2 pct andersdenkenden. De bodem bestaat in het Z.W. uit alluviaal zand, voor het overige deel uit een jongere kleilaag, in het O. afgewisseld met enig laagveen.

Naaldwijk is het centrum van de Westlandse tuinbouwindustrie (proefstation). De voornaamste producten (vooral in kassen) zijn o.m.: druiven, tomaten, groenten, snijbloemen. Er zijn drie fruit- en groentenveilingen en één snijbloemenveiling. Verder is er veeteelt en enige nijverheid (kisten en broeikassen). Tot de gemeente behoren de dorpen Naaldwijk (1951 ca 10 000 inw.), Honselersdijk (ca 4000 inw.), Maasdijk (ca 3000 inw.) en een gedeelte van Kwintsheul (ca 400 inw.).Het dorp Naaldwijk bezit een geheel gerestaureerde Ned. Herv. kerk uit de 13de eeuw. Voorts is er een oud hofje, in hoofdzaak daterend uit de 17de eeuw (uitbreiding onder stadhouder Frederik Hendrik), met daarbij behorend gemeentemuseum, vroeger in gebruik als kapel, later als synagoge. Deze bevat o.m. 3 portretten van de Heren en een Vrouwe van Naaldwijk, welke zijn toegeschreven aan de zgn. Meester van Alkmaar. Ten slotte noemen wij het fraaie raadhuis uit de 16de eeuw. De Oranjes waren Heren van Naaldwijk.

Lit.: H. v. d. Berg, Proeve eener beknopte beschrijving van N. (Delft 1842, 2de dr.: Beknopte beschrijv. v. d. gem. N., ald. 1875); E. van Bergen, Gesch. v. N. (Naaldwijk 1924); V. Ph. Valstar, Gesch. van de fruit- en groentenveiling ,,Naaldwijk” 1890-1945 (z. pl. en j.).

< >