is een tuinbouwgemeente in Zuidholland, 1782 ha groot, met (1948) 7875 inw. (waarvan in 1947 89 pct Prot., 8 pct R.K. en 3 pct zonder gezindte). De bodem bestaat hoofdzakelijk uit zand, alleen in het Z.O. ligt klei.
Van de oppervlakte cultuurgrond is ruim 12 pct bouwland, 17 pct grasland en bijna 70 pct tuingrond. Tuinbouw, akkerbouw en veehouderij zijn hoofdmiddelen van bestaan. De industrie omvat de fabricage van kisten en broeiramen. Tot de gemeente behoren het dorp ’s-Gravenzande (31 Dec. 1949: 8 138, op 1 Juni 1950: 8 207 inw.) en enige buurten.
Het plaatsje Hoek-van-Holland met de strook langs de Nieuwe Waterweg, die vroeger ook tot deze gemeente behoorde, werd in 1913 met Rotterdam samengevoegd. Middelen van bestaan in hoofdzaak tuinbouw (glascultures). Er zijn hier geen buurten doch alleen de buurtschap Heenweg. Er bevinden zich in deze gemeente 2 tuinbouwveilingen (veel aanvoer van druiven, tomaten enz.).
Het Noordzeestrand in deze gemeente is breed en heeft enkele kampeercentra (Vluchtenberg en Zeerust). In 1246 zijn aan ’s-Gravenzande stadsrechten verleend. De gemeente had zowel in de Franse tijd als gedurende Wereldoorlog II veel te lijden. Herstel vordert thans weer snel.’s-Gravenzande is ontstaan op een zandplaat, zuidwaarts van een oude Maasarm, die zuidelijk van Monster in zee mondde. Op deze zandplaat, ’t Zand of Zandambacht, welke in de 12de eeuw werd bedijkt, stichtten de graven van Holland een hof, waardoor deze nederzetting de naam ’s-Gravenzande kreeg.