Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SAPINDACEEËN

betekenis & definitie

zijn een familie van choripetale 2-zaadlobbige planten met ca 120 geslachten en 1050 soorten vnl. in de tropen, meest houtgewassen, zelden kruiden als de Cardiospermum helicacabum L. van Java, met verspreide geveerde bladen en trossen of pluimen polygame scheef zygomorphe 5-tallige bloemen met 5-3 (of geen), vaak van aanhangselen voorziene bloembladen, een extrastaminale, vaak 1-zijdige honingschijf (discus), meest 8 meeldraden en een bovenstandig meest 3-hokkig vruchtbeginsel met meest 1 zaadknop per hokje, dat rijpt tot een splitvrucht, doosvrucht enz. met endospermloze, vaak van een grote arillus voorziene zaden met een gekromde kiem.

Belangrijke geslachten zijn:

Serjania Plum., met 204 soorten in tropisch Amerika, lianen met anomale diktegroei, takranken, oneven gevinde bladen en een op die van de esdoorn gelijkende vrucht;

Paullinia L., een dergelijk geslacht met 148 soorten in Amerika en 1 in Afrika, o.a. P. cupana Kunth. (syn. sorbilis Mart.) uit het oerwoud van de Amazone, welker zaden geroost gemalen en in stangen geperst de aan coffeïne en looistofrijke, als genees- en genotmiddel gebruikte Guarana of Pasta guarana leveren;

Sapindus L., met 11 soorten in Amerika en Azië, bomen met even gevinde bladen en een vlezige splitvrucht, o.a. S. Saponaria L., de Zeepboom van de Antillen, waarvan de vruchten, de zeepbessen van de handel, zoveel saponine bevatten, dat zij in water schuim geven, en S. Rarak D.C., een dergelijke soort op Java;

Schleichera W. met de soort trijuga W., een boom van het Indomaleise gebied met waardevol hout, 2- of 3-jukkige bladen, een ten slotte 1-hokkige vrucht en van een zuur smakende arillus voorziene zaden, waaruit de Makassarolie van de handel verkregen wordt;

Litchi Sonn. met de soort chinensis Rdlk., waarvan de roodbruine eivormige vruchten, de Chinese of Litchi-pruimen, om de smakelijke arillus als ooft dienen;

het verwante geslacht Nephelium L., met 22 soorten in het Indomaleise gebied, o.a. de veel gekweekte N. lappaceum L. of Rambutan en N. mutabile Bl. of Kapulasan, bomen met bol- of eivormige, rode of gele, met slappe borstels resp. papillen overdekte vruchten met 1 van een witte zoete eetbare arillus voorzien zaad;

Blighia Kon., met o.a. de soort sapida Kon. (West-Afrika), die om het hout, de zoete eetbare arillus en de olie uit de zaden veel gekweekt wordt;

Koelreuteria Lxm., met 5 soorten in Oost-Azië, loofwerpende bomen met gevinde bladen en gele bloemen met een 3-hokkig vruchtbeginsel, dat tot een vliezige opgeblazen doosvrucht wordt, zo K. paniculata Lxm., een bekende sierboom;

Dodonaea L., met 47 soorten, waarvan 44 in Australië, 1 op Hawaiï, 1 op Madagaskar en 1, D. viscosa Jacq., een kleine boom met langwerpige bladen en een 2- of 3-vleugelige doosvrucht, geschat om zijn hout, pantropisch;

ten slotte Xanthoceras Bge met de soort sorbifolia Bge uit Noord-China, een kleine loofwerpende boom met even gevinde bladen, witte bloemen met 5 gele hoorntjes op de discus en een 3-kleppige loculicide doosvrucht met verscheidene zaden per hokje, veelal als sierstruik gekweekt.

< >