Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Tropen

betekenis & definitie

(afgeleid v. h. Gr. tropè, wending, zonnewende) betekent in de aardrijkskunde eigenlijk de keerkringen, vervolgens de daartussen gelegen aardgordel, die ca 40 pct der aardoppervlakte beslaat.

Hier groeien een groot aantal planten, die heden ten dage in de wereldeconomie onontbeerlijk zijn en een heet, vochtig klimaat behoeven (zie hieronder). Voor de kolonisatie van het blanke ras komen in de eerste plaats de hooglanden in aanmerking, daar het klimaat in de lagere delen op den duur voor de blanken ongeschikt is.Tropenplanten

Nergens is de aardbol zo dicht met planten bedekt en is de rijkdom aan soorten zo groot als in de tropen. De natuurlijke vegetatie der tropen bestaat uit bos. Zover de menselijke cultuur het niet heeft opgeruimd (Java, India), wordt het op natuurlijke wijze slechts onderbroken door plekken, waar de bodem de boomgroei verhindert. Dit geschiedt aan het zandige strand, op zeer onvruchtbare grond, op terrein van jong-vulkanische aard en hoge bergtoppen, waar men kruiden of laag struikgewas vindt.

Het karakter van het tropenwoud is niet overal gelijk, doch wordt bepaald door de verschillen in klimaat, die men ook in tropische streken aantreft. Daar waar de regenval hoog en gelijkmatig over het gehele jaar is verdeeld, heerst het tropische regenwoud, een bostype, dat men over de gehele tropengordel kan aantreffen, waar de regenval ten minste 200 cm per jaar bedraagt, rijk aan lianen en epiphyten. Men vindt regenwouden vooral in tropisch Azië en Amerika. Tropisch Afrika en Australië zijn te droog. Het regenwoud is er meer plaatselijk, niet regionaal, de hoofdvegetatie bestaat uit savannen. Het moessonbos, zoals dat in Oost-Java voorkomt, is eveneens een typisch tropische vegetatie. Dit bos is niet zo dicht als het regenwoud, er dringt meer licht in door. Men vindt het in die streken, waar een uitgesproken droge tijd heerst. Gedurende het regenloze seizoen staan de bomen kaal als in Nederland in de winter. Het hout vertoont eveneens jaarringen. Dit bostype vormt de overgang naar het savannenwoud, waarin de bomen ver uit elkaar staan en de bodem met kruiden is bedekt. Een afzonderlijk vraagstuk vertegenwoordigt de tropische bergflora, die, wat het alpine gedeelte betreft, uit kruiden en struiken bestaat, waarvan de elementen gelijkenis vertonen met de alpenflora der gematigde streken. Men vindt op tropische bergtoppen Composieten, Gentianaceeën, Primulaceeën, Ericaceeën, in soorten, die niet verwant zijn aan in de laagvlakte voorkomende genera.

Er zijn verschillende plantengroepen en families, die in de tropen bij uitstek vertegenwoordigd zijn. Allereerst zijn de tropen zeer rijk aan varens. Zij variëren zeer in vorm en grootte. Uitsluitend tropisch zijn de varenfamilies der Schizaeaceeën, Marattiaceeën en Gleicheniaceeën. Tot de meest karakteristieke planten in de tropen behoren de palmen. Echte bossen er van treft men er niet aan. Vindt men ze in grote hoeveelheden bijeen, dan zijn dat meestal door de mens aangelegde plantages. In het wild staan de palmen meest verspreid. Tot de palmen behoren ook bekende lianen, als Raphia en Calamus. Boomvormige grassen (Bamboe) kan men verder noemen bij die vormen, die het tropische landschap karakteriseren, verder schroefpalmen (Pandanaceeën), Araceeën, Scitamineeën (waaronder de banaan). Voor de tropen der nieuwe wereld zijn de Bromeliaceeën karakteristiek. Van de dicotylen vallen vooral de talrijke Ficussoorten op, die in tropisch Azië speciaal rijk zijn vertegenwoordigd en waartoe de bekende Waringin (Ficus Benjamina) behoort. Een uitsluitend in de tropen groeiende familie is die der peperachtigen (Piperaceeën), waarvan vele kruidachtige vertegenwoordigers in het regenwoud zijn te vinden. De Leguminosen (vlinderbloemigen) zijn wel het allertalrijkst in de tropen vertegenwoordigd. Men vindt er zowel forse bomen als kruiden bij. Bekende vlinderbloemige bomen zijn o.a. de Tamarinde (Tamarindus indica) en de Flamboyant (Poinciana regia). Zeer rijk in de tropen is ook de familie der Rubiaceeën vertegenwoordigd.

Tropische cultuurplanten. Sinds de ontdekking der nieuwe wereld heeft in de gehele tropengordel, overal waar overeenkomst in bodem en klimaat bestaat, een uitwisseling van cultuurgewassen plaatsgehad. Daardoor vindt men in alle tropische gebieden nagenoeg dezelfde cultures, al hebben verschillende omstandigheden, historische zowel als economische en natuurlijke, enigszins tot localisatie geleid. De belangrijkste tropische cultuurplanten zijn: kokos, oliepalm, sagopalm, Palmyrapalm; verder o.a. banaan, katoen, teakhout, kina, rubber, koffie, rijst, Yamswortel, indigo, nootmuskaat, thee, suikerriet, cacao,

DR B. POLAK.

< >