ortho hydroxy-benzoëzuur, C6H4(OH)COOH, komt als methylester (de wintergroenolie) voor in Gaultheria procumbens en wordt technisch bereid door het natriumzout van phenol met kooldioxyde onder druk te verhitten (synthese van Kolbe, 1859). Het is een krachtig conserveringsmiddel en verder een specifiek middel tegen gewrichtsrheumatisme, maar werkt prikkelend op de slijmvliezen en wordt daarom in de vorm van het zout natriumsalicylaat gegeven, dat echter reeds door het zure maagsap vrij salicylzuur geeft, terwijl beter is, dat dit pas in de darm ontstaat.
Hiervoor gebruikt men verscheidene derivaten, die pas door het alkalische darmsap ontleden, bijv. acetylsalicylzuur (zie aspirine), het phenylsalicylaat of salol, het para-aceetaminophenylsalicylaat of salopheen, het salicyl-salicylzuur, diplosal of disalyl genaamd. Ook het methylsalicylaat en verder verschillende zouten van salicylzuur vinden medische toepassing.Het met salicylzuur overeenkomende aldehyd is salicylaldehyd, een olie, k.pt 197 gr. C., met een eigenaardige geur, die voorkomt in de aetherische olie van Spiraea ulmaria en bereid wordt door inwerking van chloroform en loog op phenol (synthese van Reimer en Tiemann). De overeenkomstige alkohol is saligenine, die als glucoside (salicine) gevonden wordt in de wilg (Salix, vandaar de namen). Het para-aminosalicylzuur (P.A.S.) is in de laatste tijd bekend geworden als een waardevol geneesmiddel bij tuberculose.