Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ASPIRINE

betekenis & definitie

is acetylsalicylzuur, en vormt witte kristalnaalden, die bij 135-137 gr. C. smelten, in water slecht oplossen, doch gemakkelijker in alkohol en aether.

Het heeft een zuurachtige smaak en wordt in tabletten of poeders van 0,5 g ingenomen. Het werd door H. Dreser als vervangmiddel van salicylzuur en van salicylzuur natrium aanbevolen, daar deze het slijmvlies van de maag prikkelen, terwijl het aspirine bijna onveranderd door de maag gaat en eerst door het alkalische darmsap ontleed wordt. Het wordt toegepast bij spier- en gewrichtsrheumatisme, maar ook algemeen als koortswerend en pijnstillend middel, o.a. bij griep, influenza, e.d. Hoewel het aspirine door de meeste mensen goed verdragen wordt, kan het in uitzonderingsgevallen hoogst onaangename verschijnselen (maagpijn, maagbloedingen, asthmatische aanvallen, zwelling van het aangezicht, vooral oogleden en lippen) teweegbrengen (z allergie).Acetylsalicylzuur wordt, behalve onder de naam aspirine, nog onder tal van andere namen (rheumine, antirheumine, sanapirine, euthermine, rhodine, acetysal, acital, hakarine, togaltabletten, acifeïne, coffesan, coffinal, cofsaline, arcanoltabletten, apyron) in de handel gebracht; het vormt een bestanddeel van zeer vele verpakte geneesmiddelen, meestal gecombineerd met phenacetine en cafeïne.

< >