zijn zaken of handelingen, waarvan de Kerk zich pleegt te bedienen om bovenal geestelijke gunsten van God te verkrijgen. Zij volgt daarbij het voorbeeld van Christus, die, ook zoals het Evangelie getuigt, het uitdelen van zijn geestelijke of lichamelijke weldaden aan zijn handelingen en gebeden verbond.
De sacramentaliën danken hun ontstaan aan de instelling der Kerk, die ze afschaft, wijzigt en aanvult, en dus niet, zoals de sacramenten, aan die van God. Zij werken dan ook niet uit eigen kracht, maar door de voorbede der Kerk, die met haar gebed als Christus’ heilige bruid meer bij God kan bereiken dan een privaat persoon.Men onderscheidt verschillende groepen sacramentaliën, nl. consecraties of wijdingen, waardoor een persoon of zaak door het uitspreken van bepaalde gebeden, in veel gevallen gepaard gaande met de zalving met H. Olie, voor de dienst van God en de Kerk wordt bestemd, bijv. de consecratie van een bisschop, kerk en kelk met pateen, de zegening van een abt en van liturgische gewaden; benedictiones invocativae of aanroepende zegeningen, waarbij in naam der Kerk Gods zegen wordt afgesmeekt over personen, hetzij onmiddellijk zoals door de priesterlijke zegen, het gebed over de moeder bij de kerkgang, hetzij middellijk door de wijding van zaken (water, brood, medailles), die door de gelovigen gebruikt worden; ten slotte exorcismen of bezweringen met speciale, ritueel voorgeschreven gebeden, waardoor een persoon of zaak door Gods ingrijpen als gevolg van het gebed der Kerk aan de macht van de boze geest onttrokken wordt. Als de bedienaar treedt in de meeste gevallen de priester op. Enkele sacramentaliën zijn aan de paus (jaarlijkse wijding van de Gouden Roos) en aan de bisschoppen (wijding van een abt, kerk en kelk) voorbehouden.
Lit.: F. Schmidt, Die S. der kath. Kirche (Brixen 1896); V. Arendt, De Sacramentalibus (Roma 1900); De Kath. Kerk II 282 vlg. (Utrecht, 3de dr. 1951).
H. J. J. WACHTERS