Belgisch politicus (Zele 15 Jan. 1894 - 27 Apr. 1938), studeerde rechten en politieke en sociale wetenschappen te Leuven, trad op als strijdend Vlaamsgezinde, publiceerde talrijke bijdragen in bladen en tijdschriften en vestigde zich als advocaat in zijn geboorteplaats. Op 20 Nov. 1921 werd hij verkozen tot lid van de Kamer der Volksvertegenwoordigers, was lid van de Christelijk-democratische fractie en de Vlaamse Kamergroep, en werd op 20 Nov. 1934 minister van Arbeid en Sociale Voorzorg in het ministerie Theunis.
Op 25 Mrt 1935 aanvaardde hij de portefeuille van Koloniën in het eerste ministerie Van Zeeland en beheerde dit departement tot aan zijn voortijdige dood. Hij trof er onder meer maatregelen tot gelijkstelling van de Vlaamse taal met de Franse, die er, in strijd met de Koloniale Keure, haast uitsluitend werd gebruikt en verwezenlijkte een reeks hervormingen in de kolonie, die haar stijgende bloei in de hand werkten en door zijn opvolger, minister De Vleeschauwer, werden voortgezet vóór en tijdens Wereldoorlog II.
Bibl.: De Vlaamse Kantnijverheid (Brussel 1920); Een modern Sprookje: De Kath. Vlaamse Meisjesbeweging (Brussel 1922); De Opvoedkundige rol der Katholieke Vlaamse Studentenbeweging (Baasrode 1922); Het gevaar van het Nationalisme. Een kritiek van het Nationalisme en van het Vlaams Nationalisme (Antwerpen 1923); Edouard Ducpétiaux, 2 bkd. (Brussel 1922, Leuven 1934); Een kritiek der Vlaamse Beweging (Antwerpen 1927); Ch. Maurras. Enige beschouwingen over zijn persoon, zijn werk en zijn invloed (Brasschaat, z. j.).
Lit.: In Memoriam Edm. R., in De Gids op Maatsch. gebied (1938), blz. 479-523.
