Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ROELANTS, maurice

betekenis & definitie

Vlaams schrijver (Gent 19 Dec. 1895), is sedert 1922 als journalist werkzaam. Hij richtte „’t Fonteintje” (1921-1924) op met R.

Herreman, R. Minne en K. Leroux; hij was redactiesecretaris van „Vandaag” (1929-1930). Hij liet zich eerst kennen als dichter van evenwichtige, enigszins melancholische doch levenswarme verzen, waarin de liefde, de dood en God de dagelijkse ervaringen zuiveren en verdiepen.Kort vóór 1930 werd hij, samen met L. Zielens en G. Walschap, één van de bewerkers der hernieuwing van de Vlaamse roman, met zorgzaam gestyleerde psychologische verhalen, waarvan het geluk het centrale probleem is. De gewone mens in zijn dagelijkse omgeving en met zijn strijd van elke dag, volstaat voor deze romancier van het burgerlijke humanisme. Zijn personages zijn bewust naar de normale maat geknipt. Zeer vatbaar voor begoochelingen, waar zij moeilijk aan weerstaan en die hen van de wijs brengen, herstellen zij de hiërarchie van de waarden door het verzaken.

Het wekken en het oplossen van hun gewetensconflicten wijst op een moralist met sterk verantwoordelijkheidsgevoel. Na Wereldoorlog II opnieuw aangetrokken door de poëzie, gaf Roelants in Lof der Liefde een zwierige, barokke verheerlijking van de liefde tussen man en vrouw.

DR R. F. LISSENS

Bibl.:

Poëzie: Eros, onder pseud. Maur. Minne, in samenw. met Ray Vere, pseud. van Raym. Herreman (Gent 1914); De kom der loutering (Brussel 1918); Het verzaken (Maastricht 1930); Lof der Liefde (Amsterdam 1949).

Romans en novellen: Verwachtingen, onder pseud. Maur. Minne, in samenw. met Ray Vere, pseud. van Raym. Herreman (Koekelberg 1915); De driedubbele verrassing (Brussel 1917); Komen en gaan (Rotterdam 1927); De Jazz-speler (Maastricht 1928); Twee helden (Mechelen 1929); Het leven dat wij droomden (Rotterdam 1931; volksuitg. onder de titel: Maria Danneels, Brussel 1942); Alles komt terecht (Rotterdam 1937); Altijd opnieuw (Gent 1943); Drie romanellipsen (Brussel 1943); Gebed om een goed einde (Brussel 1944). Essay, critiek, reportage: Van de vele mogelijkheden om gelukkig te zijn (Den Haag 1929); Bakkeleien met Jan Greshoff (Rotterdam 1938); Schrijvers, wat is er van den mensch? (Brussel 1943); De weduwe Becker. Wat ik hoorde en zag op haar proces (Brussel 1944).

Lit.: Fr. Closset, M. R. (Brussel 1946).

< >