Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KOEKELBERG

betekenis & definitie

is een van de gemeenten der Brusselse agglomeratie. Pas in 1841 werd het van St-Agatha-Berchem afgescheiden.

Het ligt op golvende, deels moerassige bodem (117 ha, hoogste punt 62 m), geschikt voor landbouw en moesteelt. Er zijn bedrijven voor voedings- en genotmiddelen, chemische, metaal-, hout- en meubel-, leer- en kledingindustrie. De brouwerijen waren al vermaard in de 17de eeuw. Het dorp maakte nooit deel uit van de kom van Brussel. Het kasteel, zetel van de heerlijkheid, werd in 1695 door de Fransen verwoest. Het gemeentehuis is van 1882, de kerk van 1908 (merkwaardige communiebank). Als voorstad won het snel aan bevolking: 2200 inw. in 1846; in 1949 14977 inw. Op de hoogvlakte, die Brussel beheerst, in het Elisabethpark, verrijst sedert 1923 de Nationale Basiliek van het H. Hart, waarvan (1950) het koor en het middenschip voltooid zijn.Lit.: De Nationale Basiliek van het H. Hart te K. (Brussel 1937).

< >