Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RODENBURG, theodore

betekenis & definitie

Nederlands schrijver en diplomaat (Hamburg of Antwerpen ca 1578 - Antwerpen Oct. 1644), stamde uit een aanzienlijke Amsterdamse poortersfamilie en werd opgeleid voor de handel. Hij maakte verschillende reizen naar Madrid en Lissabon.

Ook was hij werkzaam als diplomatiek agent aan vreemde hoven. Philips III benoemde hem in 1613 tot „ridder van d’ordre van den huyse van Bourgondië”. Van 1614-1619 woonde hij te Amsterdam en werd aldaar tot bestuurder van de rederijkerskamer „In Liefde bloeiende” gekozen; daar vertegenwoordigde hij een meer romantische richting tegenover de klassieke van Hooft, Coster en Bredero. Een groot deel zijner toneelstukken vertoont de invloed van Spaanse, Italiaanse en Engelse voorbeelden of vertalingen (zoals naar Lope de Vega). Na 1619 genoot Rodenburg de bescherming van Christiaan IV van Denemarken en hertog Frederik III van Sleeswijk-Gottorp. Als agent van deze beiden woonde hij somtijds te ’s-Gravenhage, na 1628 meestal te Brussel.Bibl.: Trouwen Batavier (1616, naar Guarini’s Pastor Fido); Batavierse Vryagiespel (1616, naar Mont Chrestien’s Bergerie); Keyser Otto den Derden en Galdrada (trilogie, 1616-1617, naar Belleforest’s Tragische Historiën); Treyr-blij eynde spel van Alexander (1618); Hertoginne van Savoyen en Don Juan Mendosa Aurelia (1632); Sigismund en Manvella (1632); Eglentiers Poëtens Borstweringh (1619; vertaling van Sidney’s An Apology for Poetry); Gheboorte Christi, Ecce Homo (1638); Aendachticheydt op ’s doods ghedachtens zoetheydts redeneringhe (1639).

Lit.: J. A. Worp, Dirk Rodenburg (Oud Holland XIII); W. Zuidema, Theodore Rodenburg (Tdschr. Ned. Taal en Lett.

XXI, XXII en XXIV); J. Alblas, Bibliogr. d. Werken v. Th. Rodenburgh (Utrecht 1894).

< >