Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RODE, hinne

betekenis & definitie

of Johannes Rodius, evangelisch gezind rector der Hieronymusschool te Utrecht (begin 16de eeuw), werd om zgn. Lutheranisme afgezet en vluchtte uit de stad.

In de winter van 1520-’21 ging hij met handschriften van Wessel Gansfort en een Epistola christiana admodum van de Haagse advocaat Cornelis Hoen, waarin deze naar aanleiding van De sacramento eucharistiae van Wessel Gansfort een volkomen symbolische verklaring van het Avondmaal gegeven had, naar Wittenberg, waar Luther met grote instemming Wessel las, doch de opvatting van Hoen als onsacramenteel verwierp. Een tweede reis, met Saganus, bracht Hinne Rode in Jan. 1523 te Bazel met Oecolampadius in aanraking en door deze met Zwingli, die de brief van Hoen, als overeenkomende met zijn eigen inzicht, uitgaf (1525). Op de terugweg kwam Rode te Straatsburg bij Bucer, die ten gevolge van de samenspreking losser kwam te staan van de Lutherse Avondmaalsleer. Rode heeft nog te Deventer gewoond, vluchtte in 1527 naar Oost-Friesland en werd in 1530 als predikant te Norden afgezet wegens Zwinglianisme. Volgens C. C. de Bruin was Rode de vertaler van het N.T. te Deventer, 1525.Lit.: A. Eekhof, De Avondmaalsbrief van Corn. Hoen (1917, met facs.); M. van Rhijn, Studiën over Wessel Gansfort en zijn tijd (1933); C. C. de Bruin, De Statenbijbel en zijn voorgangers (1937); Reitsma-Lindeboom, Gesch. van de Hervorming en de Hervormde Kerk der Nederlanden (1949), blz. 36-41.

< >