Vlaams schilder (Valenciennes 1379 -Doornik 1444), werd burger te Doornik in 1410. In 1423 nam hij deel aan de opstand van de ambachten te Doornik; gedurende de onlusten was hij deken van het schildersgenootschap en lid van de gemeenteraad.
In 1426 lieten Rogier van der Weyden en Jacques Daret zich bij hem als leerlingen inschrijven. Hij werd vervolgd in 1428, toen de burgerij haar gezag herstelde, en in 1432 wegens wangedrag gestraft met een pelgrimstocht naar St Gillis in Provence. Door voorspraak van Margareta van Bourgondië werd deze straf echter omgezet in een boete van 50 stuivers. Zijn naam verschijnt talrijke malen tussen 1406 en 1444 in de oorkonden van Doornik; het uitvoeren van veel schilderwerk, vnl. versieringswerken, wordt vermeld.
Door velen wordt hij aangezien voor de „Meester van Flémalle”.PROF. DR LEO VAN PUYVELDE
Bibl.: Maurice Hou tart, in Annalen van het Oudheidk. Congres (Gent 1913)» I» P- 35, en in Les ventes Publiques (Bruxelles 1933), P 7 (meest betrouwb. gegevens). In de laatste jaren heeft men het werk, toegeschreven aan de Meester van Flémalle, willen beschouwen als jeugdwerk van Rogier van der Weyden; deze mening werd echter niet algemeen aanvaard.
