noemt men in het internationaal recht de meer gewichtige en feestelijke samenkomsten van vertegenwoordigers van een groot aantal staten, in tegenstelling met de eenvoudiger conferentie. In de 17de en 18de eeuw gaf men deze naam o.a. aan de samenkomsten, die de vrede van Munster en Osnabrück (1648), Nijmegen (1679), Rijswijk (1697), Utrecht (1713), enz., tot stand brachten.
Dikwijls waren de staten ook door hun souvereinen in persoon vertegenwoordigd of door de ministers van Buitenlandse Zaken, zoals op de congressen te Wenen (1815), Aken (1818), Karslbad (1819), Troppau (1820), Verona (1822), enz. In de laatste helft van de 19de eeuw werden de politieke bijeenkomsten te Parijs (1856), te Berlijn (1878 en 1885) en het Pan-Amerikaanse congres te Washington (1889) zo genoemd. Aan het einde van de 19de eeuw is het woord conferentie meer in gebruik gekomen. Congres wordt dan genoemd de feestelijke (internationale) bijeenkomst van personen ter bespreking van hun gemeenschappelijke belangen, uitwisseling van wetenschappelijke vondsten enz. of de bijeenkomst van afgevaardigden van politieke partijen.In de V.S. van Noord-Amerika en in de meeste Centraal- en Zuidamerikaanse staten duidt men met de naam Congres aan de vergadering van de twee vertegenwoordigende lichamen, Senaat en Huis van Afgevaardigden, samen.