Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RIBERA, jusepe de

betekenis & definitie

Spaans schilder (Játiba ca 1590 - bij Napels 2 Sept. 1652), wegens zijn gedrongen gestalte later in Italië „Lo Spagnoletto”, het Spanjaardje, genoemd, stamde uit een voornaam Valenciaans geslacht. Zijn eerste onderwijs in de schilderkunst ontving hij van Ribalta en evenals deze reisde hij naar Italië.

Door het bestuderen van Correggio, Titiaan, Veronese en Caravaggio kreeg hij een geheel andere opvatting van het doel der schilderkunst, zodat hij soms bijna zo week en smeuig als de zoveel latere plein-air-schilders ging werken, zonder nochtans zijn oorspronkelijke Valenciaanse tenebroso-stijl geheel op te geven, zodat wij soms gelijktijdig werken in deze bruine en in de lichtere trant zien ontstaan. Daardoor zou het, indien zij niet meestal gedateerd waren, ook moeilijk zijn hen chronologisch te rangschikken.Een belangrijk kenmerk van zijn kunst is de grote zorgvuldigheid en tevens levendigheid in de uitvoering. Dit vooral stelt ons in staat de eigenhandige werken van de meester te onderscheiden van het oneindig groot aantal stukken van leerlingen en navolgers. Zijn voorliefde gaat uit naar diepe, gloeiende kleuren, vooral ook in zijn religieuze voorstellingen. Zijn werken zijn vervuld van een hoogst curieuze dramatiek op de basis van een gezond naturalisme, gecombineerd met een gewilde hoekigheid in zijn bewegende figuren, zekere krasse lijnen in zijn composities en een hoogst eigenaardige wijze de huid van jonge en oude personen door zijn verfbehandeling en streek van elkaar te onderscheiden.

Na 1616 vestigde hij zich voorgoed in Napels, waar hij steeds tot de gunstelingen van de Spaanse vice-koningen behoorde. Van 1626 af is hij echter toch lid van de Accademia di San Luca te Rome geweest. Naast de hooggeplaatste Spaanse ambtenaren behoorden ook Napolitaanse kloosters en kerken tot zijn opdrachtgevers. Van 1647-’50 zonk zijn productie merkbaar, waarschijnlijk ten gevolge van zijn gezondheidstoestand. Hij heeft echter een groot aantal leerlingen gehad en er is uit zijn werkplaats ook veel gekomen dat niet als eigenhandig moet worden beschouwd. Wil men enige tendentie in de ontwikkeling van zijn kunst constateren, dan zou dit in de eerste plaats moeten berusten op de observatie dat zijn manier zich ver uit de donkere trant der tenebrosi of brunisten naar een lichter palet beweegt, maar ook deze opmerking leidt niet tot een consequent doorgevoerd resultaat.

Van 1616 af bestaat er een reeks gedateerde en gesigneerde schilderijen waarvan de voornaamste zijn: De H. Hieronymus (Ermitage, Leningrad) nog in de oude, wat duistere manier; De Martelie van de H. Andreas (Museum Boedapest), beide tegen 1635. Tussen 1635-’45 zijn de meeste monumentaal opgevatte composities in meer zilverachtig grijze toon met enkele heldere kleuren en blanke tinten van de huid, als De H. Sebastiaan (1636, Kaiser Friedrich Museum, Berlijn); Isaak zegent Jacob (1637, Prado, Madrid); de groot opgezette, eenvoudig gecomponeerde Droom van Jacob (Prado, Madrid); het geheel genreachtig opgevatte schilderij van de arme jonge man met de horrelvoet, hoogst karakteristiek voor zijn Spaanse smaak (1642, Louvre, Parijs); De Aanbidding door de herders (1643, Kathedraal Valencia). Er bestaan uit deze tijd ook min of meer genreachtig opgevatte, soms ook enkel serieus als conterfeitsel bedoelde portretten. Uit zijn latere tijd noemen wij zijn Concepción Immaculada (kloosterkerk San Isabel, Madrid) en de prachtige Aanbidding door de herders (1650, Louvre, Parijs).

DR M. ELISABETH HOUTZAGER

Lit.: G. Lafond, Ribera et Zurbaran (Paris 1909); A. L. Mayer, R., 2de dr. (1923); B. de Pantorba, J. de R. (1946).

< >