(sterrenkunde) (Latijn: Aries), het eerste sterrenbeeld van de dierenriem*, tussen 1h 40m en 3h 20m rechte klimming, +10° en +30° declinatie. Het sterrenbeeld is tijdens het najaar vrij hoog aan de avondhemel waar te nemen, ten W. van de Pleiaden*.
Hoewel de oppervlakte, die het sterrenbeeld op de hemelbol inneemt, vrij groot is, vallen de waarnemer met het blote oog slechts de drie helderste sterren op, die van de tweede, resp. derde en vierde grootte zijn en dicht bij elkaar liggen. Het sterrenbeeld ontleent zijn naam aan de ram met het gulden vlies (gouden vacht) dat volgens de Griekse mythe door Phrixos na zijn redding aan Zeus geofferd werd. Het vlies werd aan Zeus gewijd en later door Iason geroofd. Zeus plaatste daarna de geofferde ram aan de sterrenhemel.Het sterrenbeeld Ram moet wel onderscheiden worden van het punt Ram, het snijpunt van de hemelaequator (z aequator) met de ecliptica*. Dit snijpunt ligt in het sterrenbeeld de Vissen*. Het verplaatst zich ten gevolge van de precessie* jaarlijks ongeveer 50" langs de ecliptica en lag in vroeger eeuwen in het sterrenbeeld Ram. Vandaar de naam: punt Ram. Bij de aanvang der lente bevindt de zon zich in het punt Ram, dat daarom ook wel lentepunt genoemd wordt. Het wordt aangeduid met het teken , de horens van de ram.
