Hij is aan een kwade ram gekoppeld
Hij heeft met iemand te doen, die niet gemakkelijk isRampzalig zijn
Er ellendig aan toe zijnZo mager als een brandhout, geraamte, lat, ram, talhout
Al deze uitdrukkingen spreken voor zich zelf en behoeven geen nadere toelichting. De vergelijking met een brandhout (talhout is hetzelfde), kan ontleend zijn aan Klaagl. 4 : 7-8: ‘Hare bijzonderheden ...Lees meer
Zich het rambam werken
Zeer hard werkenTot overmaat van ramp
Om de ramp vol te maken of te doen overlopen. Gezegd bij een aaneenschakeling van allerlei naar gebeurenRammelen als ene klettermolen
Veel pratenRammelen van de honger
Ontzettend veel honger hebben. Vermoedelijk ontleend aan het zgn. ‘koerend’ geluid van de lege maagOp het rammelen van de pels
Op goed geluk, zonder nauwkeurig te onderzoeken of te overwegenHet rampzalig overschot van een losbandig leven
'Zalig' betekent eigenlijk vol (vgl.: gelukzalig, vol van geluk; armzalig, vol van armoede; welzalig, vol van welstand e.d.). 'Rampzalig’ betekent derhalve: vol van rampen, met rampen overladen. De aa...Lees meer