Russisch veldheer (Kisliar, Kaukasus 1765 Sima, GouvtWladimir 12 Sept. 1812), stamde uit een Groezinisch vorstengeslacht in Georgië en trad in 1782 in Russische dienst, streed aanvankelijk tegen de Turken en maakte onder Soeworow*, wiens beschermeling hij werd, de veldtocht van 1794 in Polen mee. In de Tweede Coalitie-oorlog onderscheidde hij zich bijzonder door zijn bekwaamheid en stoutmoedigheid bij de strijd in Italië en Zwitserland (1799), die door Soeworow geleid werd.
In de oorlog van 1805, toen Koetoezow* het Russische leger aanvoerde, hield hij op 16 Nov. met 6000 man bij Schöngrabern een Frans leger van 40 000 man onder Murat tegen, dat de Russische terugtocht in de flank bedreigde. Hij streed in 1807 bij Eylau en Friedland en veroverde op 17 Mei 1809 de Alandseilanden in de oorlog tegen Zweden (1808-1809). Tot opperbevelhebber in de in 1809 begonnen Turkse oorlog benoemd, behaalde hij aanvankelijk successen, maar leed o.a. op 3 Nov. 1809 bij Tartariza een échec en werd in 1810 ontslagen. In de oorlog van 1812 kreeg hij echter opnieuw een belangrijk commando, nl. over het tweede Westelijke leger, en streed onder •Barclay de Tolly* bij Smolensk. Met diens voorzichtige strategie van terugtrekken kon hij zich echter niet verenigen en hij beschuldigde hem bij den keizer van verraad. Onder den opnieuw met het oppercommando belasten Koetoezow voerde Bagration in de slag bij Borodino (7 Sept.) de linkervleugel aan, maar werd zwaar gewond en stierf enige dagen later.
PROF. DRTH.J. G.LOCHER