(Amsterdam 21 Jan. 1849 - Zeist g Mei 1934), verre neef van Willem de Clercq, directeur Ontvang- en Betaalkas te Amsterdam, die, Hollander, een uiterst merkwaardige rol heeft gespeeld in de Friese beweging. Hij vestigde zich, toen hij uit zaken ging, in Friesland, om de inkomsten van zijn bezittingen aldaar ook aan Friesland ten goede te laten komen, leerde Fries, werd zelfs hoofdbestuurslid van het „Frysk Selskip”'en heeft allerlei nuttige initiatieven o.a. op het terrein van het onderwijs in het Fries genomen en financieel gesteund.
Met G. Postma schreef hij een Lytse Fryske Spraekleare (1904); met dezelfde medewerker zette hij zich tot het vertalen van de bijbel uit het Hebreeuws en Grieks, beide heren leerden die talen eerst nog even (1911). De Clercq was ook de man, die (1907) de Noordfriezen opriep tot activiteit voor hun taal. Zijn fraaie Friese bibliotheek schonk hij aan Aarhus, om de Friese studie in Denemarken te bevorderen.Lit.: „Fryslan” 1934 (XV), blz. 33; J. J. Hof, Fjirtich jier taelstriid dl III (1941), blz. 71.
