Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

FRIES

betekenis & definitie

(1) is in het algemeen een horizontale strook ter versiering. Bij klassieke tempels spreekt men van het „hoofdgestel” bestaande uit: architraaf, fries en kroonlijst.

Het Dorische fries is zeer eenvoudig ingedeeld in metopen en triglyphen rondom de tempel. Beroemd is het fries van het Parthenon met een uitbeelding „en reliëf” van de vierjaarlijkse Panathenaeïsche feesten. Het is, achter de zuilengalerij, aangebracht rondom de tempel.(2) is een grof, ruig weefsel, waarvan de ketting uit wollen of katoenen garen bestaat en de inslag uit een dik, zacht gedraaid strijkgaren van wol of kunstwol. Het is gewoonlijk in effenbinding geweven, soms met een aparte onderinslag versterkt; zwaardere kwaliteiten worden als dubbelweefsel vervaardigd. De voornaamste nabewerking, die de stof na het weven ondergaat, is een sterke ruwing aan weerszijden, waardoor een dicht en lang haardek wordt verkregen, hetwelk in één richting wordt gestreken.